Updated 20/09/2022
BEHEMOTH
Opvs Contra Natvram
Eigenlijk schrokken we er zelf een beetje van, maar het blijkt alweer vier jaar geleden dat Behemoth hun vorige album ‘I Loved You At Your Darkest’ uitbracht. Niet iedereen was opgezet met de experimenten met nieuwe ideeën, maar wat ons betreft vormden ze net een verrijking voor de sound van deze beeldenstormers. Je hebt natuurlijk altijd mensen die vinden dat een band niet mag evolueren na een wat primitieve debuutplaat, maar geloof ons, dat is geen vruchtbare bodem om 30 jaar actief te blijven zoals dit Poolse black/death combo doet. Al die tijd keihard werken heeft echter geloond, want inmiddels is Behemoth wereldwijd de grootste band in dit subgenre. En dat gaat niet snel veranderen, als we afgaan op hun nieuwe en alweer twaalfde werkstuk ‘Opvs Contra Natvram’. Na het wat industrieel aandoende intro ‘Post-God Nirvana’ barst men los in het amper twee minuten lange, maar oh zo heftige ‘Malaria Vvlgata’, dat een voorbode blijkt van hoe direct deze plaat opgezet is. Oké, er is ruimte voor Wagneriaans bombast met koorzang in een song als ‘The Deathless Sun’, maar dat is slechts een sfeervolle aanvulling aan het antichristelijke fulmineren van Nergal. Wie ooit Polen bezocht, zal niet verwonderd zijn dat Behemoth zo van leer blijft trekken tegen het katholicisme, want geen enkel Europees land ligt (ook politiek gezien) zo in de wurggreep van religie. Dat men dus als een ‘Neo-Spartacvs’ ten strijde trekt tegen Rome en er met ‘Off To War!’ vol dadendrang invliegt, hoeft dus niet te verwonderen. Deze plaat is directer van opzet dan zijn voorganger en bevat minder uitgesponnen epiek, maar dat wil niet zeggen dat er een gebrek aan nuances is. Het slepende midtempo ‘Once Upon A Pale Horse’ wijkt flink af van de rest van de plaat om pas aan het einde in een climax uit te barsten, ‘Ov My Herculean Exile’ bevat ook enorm ingetogen stukken en fikse temposwitches, wat een mooie wisselwerking geeft met de branie van een immer doorhamerend ‘Disinheritance’. Afsluiten doet men in stijl met ‘Versvs Christvs’, dat met half gefluisterde diepe zang en een omineuze piano inzet, langzaam opbouwt naar midtempo, dan uitbarstingen van gitaarwerk laat horen en uitmondt in koorzang. Dit herhaalt zich in golfbewegingen doorheen de song, waardoor je eigenlijk in één song alles vervat krijgt waar deze hele plaat voor staat. Een knappe afsluiter van een straffe plaat.