Updated 28/09/2022
SLIPKNOT
The End, So Far
Wanneer grote bands met een nieuwe plaat op de proppen komen, wordt het tricky. In de meeste gevallen hebben ze al enkele iconische releases op hun naam staan en zoiets schept verwachtingen. Critici, en vaak ook fans, verwachten dan dat de artiesten nog een tandje bijsteken ten opzichte van vorige keer. Dat is uiteraard een aardsmoeilijke opdracht en de kans op slagen is vaak miniem. Dat geldt als geen ander voor Slipknot. Ze ontpopten zich van een zooitje ongeregeld tot de arena-act die ze vandaag zijn. Dat ging gepaard met ups en downs en zes straffe elpees tot dusver. Op 30 september komt er deze ‘The End, So Far’ bij. Drummer Jay Weinberg vertelde ons dat het een relatief makkelijke klus was alles vorm te geven. Toch zijn we danig onder de indruk. Ze hebben als het ware bijna met een checklist naast zich in de studio gezeten. Als journalist of fan wil je overdonderd of verrast worden, liefst allebei. Iets waarin ze met hun koppige eigenzinnigheid in slagen. Met ‘The Dying Song (Time To Sing)’ als eerste single gaven ze ons een blauwdruk van de sound waarmee ze hun bekendheid verworven. Een melodieuze knaller waarin grunts, cleane zang, blast beats en catchy riffs het perfecte huwelijk aangaan. Niets nieuws onder de zon, maar wel goed genoeg om het enigszins teleurstellende ‘The Chapeltown Rag’ van vorig jaar te doen vergeten, al staat het ook op deze plaat. Herkenbaarheid, check. Herkenning is belangrijk en dus schenken ze ons met ‘Hivemind’ en het snelheidsduiveltje ‘H377’ (lees als Hell) net dat waar een pak fans dol op zijn. Om te scoren op grote schaal is er echter meer nodig. Het element van verrassing dringt zich dan op, maar als artiest moet je in het achterhoofd houden dat overdaad schaadt. Een kunst die zanger Corey Taylor en co als geen ander onder de knie hebben. Het beklemmende ‘Yen’ is als een ijzingwekkende gil die door merg en been gaat. Een mokerslag zonder dat ze daarvoor het gaspedaal moeten indrukken. Net als het hypnotiserende ‘Medicine For The Dead’. Dit is Slipknot en toch ook nieuw. Verrassingselement, check. Toen men op het vorige album een koor gebruikte voor ‘Unsainted’ klonk dat een beetje geforceerd, volgens sommigen zelf cliché. Toch grijpt men naar net dat element terug tijdens het afsluitende ‘Finale’. Nog nooit paste dergelijke inbreng zo perfect en jaagt het je tegelijk de stuipen op het lijf. Jullie wilden vernieuwing, wel check. Net als het beklijvende ‘De Sade’ waarmee Slipknot duidelijk maakt waarom ze zo groot zijn geworden: straffe songs. Vaak hoor je dat acts van dit kaliber graag op save spelen. Daar trekt Slipknot met de albumopener ‘Adderall’ onmiddellijk een dikke streep door. Hier gaan mensen zich in verslikken. Ooit tekende deze band uit Des Moines, Iowa met ‘People = Shit’ voor de hardste en brutaalste openingssong ooit terwijl ze nu exact het tegenovergestelde doen. Het haast loungy karakter van dit stuk is duidelijk experimenteren met een hoofdletter E. Een subtiele schop in je kloten, check. ‘The End, So Far’ is in tegenstelling tot vorig werk geen hapklare brok. We zijn er zeker van dat bepaalde die hard fans neiging gaan hebben af te haken. Langs de andere kant gaan trouwe aanhangers met open mond luisteren naar dit meesterwerk en zullen er gegarandeerd nieuwe zieltjes gewonnen worden. Als het einde al nabij is, dan zal dat in elk geval nog niet voor Slipknot zijn.