Updated 15/09/2022
INDOOR SUMMER 2022 - Hamburg - Dag 2
04 september 2022 Markthalle – Hamburg
Na een best wel uitputtende zaterdag in de warme Markthalle en een iets te korte nachtrust gingen de zes kerels eerst uitgebreid brunchen in een gekende ontbijtplek aan één van de vele waterpartijen in Hamburg. We hadden een goede basis nodig, want tussen elke band was er slechts een 20 à 25 minuten ombouwtijd. Veel ruimte om uitgebreid te eten was er dus niet. Een bakje friet kon je nog net op tijd naar binnen werken als je alle bands wou zien.
Tekst en foto’s: Rik Bauters
Na een meer dan geslaagde zaterdag kregen we op dag 2 (dag 3 als je de VIP-dag op vrijdag meetelt) een veelbelovend sluitstuk met alweer een pak Scandinavische bands op de affiche. De spits werd deze keer afgebeten door het herrezen UNIVERSE (7,5). Deze Zweden brachten in 1985 een niet onaardig album uit met typisch Scandinavische hardrock met raakpunten van 220 Volt en de eerste Europe. De set bestond voor de helft uit songs uit dat debuut met onder meer ‘Weekend Warrior’ en de geweldige afsluiter ‘Rollin’ On’. De andere helft bestond uit nieuwe nummers die perfect aansluiten bij hun oudere werk. Zanger Andreas Eklund (ex- House of Shakira) beschikt over een krachtige en warme stem en alle muzikanten weten hoe ze oerdegelijke hardrock moeten brengen. Een waardige opener voor de tweede dag.
Toen de heren van TOXICROSE (7,5) het podium opkwamen, was het wel even wennen voor sommigen. Ze zien er uit als een kruising van de oude Slayer met W.A.S.P. en hun gezicht en armen zitten onder grijze, zwarte en witte make-up. De muziek die deze vier Zweden brengen, kan je het best omschrijven als vette sleaze met wat metalinvloeden. Zanger Andy Lipstixx past met zijn korrelige stem perfect bij hun stevige aanpak. Alhoewel de kerels er wild en stoer uitzien, lieten ze toch meer dan voldoende melodie en catchy refreinen horen in combinatie met snedig gitaarwerk van Tom Wouda (vooral tijdens ‘In For The Kill). Voornamelijk werk uit hun laatste album kwam aan bod. Maar de afsluiter ‘A Song For The Weak’ uit hun EP van 2012 zorgde voor een ware meezingmarathon in het publiek. Dat Gene Simmons (en KISS) een invloed op de band heeft, werd vooral duidelijk door het gebruik van een bloedcapsule (lopend uit de mond) door zanger Andy. Dit was op zijn minst een verrassende act te noemen.
Tussen al die Scandinavische bands moest MIDNITE CITY (8) het Britse vaandel proberen hoog te houden. Onder leiding van zanger Rob Wylde was dat geen enkel probleem, want hun aanstekelijke AOR ging er in als zoete broodjes bij de aanwezigen. De nummers kregen met de vurige riffs van Miles Meakin de nodige punch, terwijl de meezingbaarheid van de refreinen voor een opperbeste sfeer zorgde (vooral tijdens ‘You Don’t Understand’). En de afsluiter ‘Give Me Love’ verwoordde perfect hoe de bands en het publiek met elkaar omgaan op dit festival. Het is één grote liefhebbende familie die gewoon wil genieten van hun favoriete muziek.
Met ELECTRIC BOYS (8,5) uit eveneens Zweden kregen we een portie onversneden funk gemengd met sixties groove en een grote lading attitude. Conny Bloom is een echt charismatische man en schittert op het podium met grote hoed en gekleurd sjaaltje. Zijn licht schuurpapieren stem fleuren de nummers op en met het grootste gemak brachte ze in Hamburg de zaal aan het heupwiegen en meezingen. Nummers als het nieuwe ‘Super God’ als het oudgediende ‘Electrified’ swingden werkelijk de pan uit. Het duo ‘Groovus Maximus’ en ‘Tear It Up’ deed daar nog een schep bovenop. Maar het is toch die ene hit ‘All Lips ‘n’ Hips’ uit hun ‘Funk-O-Metal Carpet Ride’ debuutalbum uit 1990 die de zaal tot een eerste kookpunt bracht. Deze kerels weten echt wel hoe je een feestje moet bouwen.
De band GATHERING OF KINGS (9) ontstond als een project van een hoop vrienden uit (alweer) Zweden die allen dicht bij elkaar woonden. Maar door de lovende kritieken is dit een ware band geworden die nu al drie albums op hun conto hebben staan. Hun vloeiende mix van AOR, melodic rock en lichte progelementen kwam nog meer tot leven door de verschillende stemmen. Als je afwisselend Tobias Jansson (Saffire), Apollo Papathanasio, Rick Altzi en Jonny Lindkvist een nummer hoort zingen ben je getuige van een ware vocale kermis. Dit werd nog versterkt door het feit dat de andere drie (niet-hoofdzangers) de achtergrondvocalen voor hun rekening nemen. Het geluid dat van het podium richting publiek werd geduwd, was werkelijk perfect afgeregeld. Vooral het nummer ‘From A Whisper To A Scream’ maakte enorm indruk op mij. Deze band moet je gewoon aan het werk zien, want het is een enorme belevenis.
Het Noorse WIG WAM (8,5) onder leiding van zanger Age Sten Nilsen (Glam) en gitarist Trond Holter (Teeny) leverden tussen 2004 en 2012 een viertal pareltjes van pure glamalbums af. Age en Trond gingen toen elk hun eigen weg, maar vorig jaar verrasten ze vriend en vijand met het ijzersterke come-back album ‘Never Say Die’. Age betrad het podium in volle glorie met make-up en passende outfit. Ze misten alvast hun start niet met het knallende ‘Never Say Die’. De fun droop werkelijk van het podium en dat infecteerde ook het publiek. We kregen een bonte mengeling van hun verschillende albums over ons heen waarbij de teksten (‘Do You Wanna Taste It’ en ‘Gonna Get You Someday’) voor hilarische momenten zorgden. Tijdens de ultieme meezingers ‘Hard To Be A Rock ‘n’ Roller’ en ‘In My Dreams’ werd meer dan duidelijk wat een verbroederende actie glam en melodic rock in het algemeen veroorzaakt. Wat een uitbundige finale!
De Deen RONNIE ATKINS (8,5) kreeg enkele jaren terug de diagnose van kanker. Tijdens de pandemie vond hij dat het tijd was om eindelijk zijn soloalbum te schrijven. Dit deed hij samen met de kerels van het At The Movies project en dat resulteerde in 2021 in het fantastische ‘One Shot’. Ronnie is ondertussen hervallen maar wil niet bij de pakken blijven zitten en brengt zijn muziek nu ook op de planken. Zijn stem heeft door zijn behandeling iets aan kracht verloren, maar zijn gevoeligheid en melodie zijn overeind gebleven. Het gevoelige karakter van de nummers kwam duidelijk tot uiting op het podium en de bijdrage van tweede gitarist Rob Marchello (naast die andere snarenplukker en hartsvriend van Ronnie, Chris Laney) voegde daar nog een schep emotie aan toe. Een aangename verrassing was het brengen van het mooie ‘A Place In The Night’ uit het Pretty Maids-album ‘Red, Hot & Heavy’. Na de gevoelige snaar geraakt de hebben met de akoestische start van ‘One Shot’ kregen we een zinderende finale met een beenharde uitvoering van ‘Future World’ en het ultieme Pretty Maids-nummer bij uitstek ‘Little Drops Of Heaven’. Respect voor Ronnie om zo’n prestatie neer te zetten!
Als afsluiter van dit festival werd de Canadese schone LEE AARON (7,5) opgetrommeld. Als opener kregen we ‘Hot To Be Rocked’ van haar 1986 album ‘Call Of The Wild’. Persoonlijk hadden wij (en vermoedelijk ook vele andere) liever ‘Rock Me All Over’, ‘Champion’ of ‘Line Of Fire’ gehoord. Ze schakelde dan over op poppunk met ‘Vampin’’ van haar laatste album, maar kreeg de trein pas echt op de rails met de ondeugende tracks ‘Hands On’ en ‘Nasty Boyz’. Aaron kwam zelfs onverwachts met de bluesy cover ‘I’m A Woman’ van Koko Taylor aandraven. De speelse nummers ‘Some Girls Do’ en ‘Sex With Love’ zorgden voor een (nog) verhoogde temperatuur in de zaal. De uitvoering van ‘Powerline’ met een snippet van ‘Lady Of The Darkest Night’ deed ons met weemoed terugdenken aan haar beginperiode. Na een geweldig krachtige versie van ‘Barely Holdin’ On’ kregen we een vingeraflikkende finale met ‘Watcha Do To My Body’ en het verplichte ‘Metal Queen’. Volgens ons had Lee beter meer getapt uit haar ultieme AOR album ‘Lee Aaron’ uit 1987 met melodieuze krakers zoals het opbeurende ‘Hands Are Tied’, het vlotte ‘Don’t Rain On My Parade’ of het wondermooie ‘Dream With Me’. Maar een setlist is een persoonlijke keuze en we begrijpen ook dat ze trots is op haar nieuwer werk. Maar meer ‘oudere’ nummers en een andere songkeuze had volgens ons voor een echte bom gezorgd.