Updated 01/11/2022
Soulcrusher Festival
Doornroosje, Nijmegen 21-22 oktober 2022
Sinds enkele jaren behoort Soulcrusher Festival in Nijmegen tot de meest interessante indoor gebeurens van het jaar. Qua programmatie kan je het wellicht nog het beste vergelijken met Roadburn, vanwege de mix van bands die er speelt. Kleiner van formaat weliswaar, maar steevast boeiend en garant voor een aantal ontdekkingen. En dat in Doornroosje, dat tot nader order tot de gezelligste concertcomplexen van de Lage Landen behoort. Hier en daar zullen mensen een groep missen in het verslag, maar in je eentje een volledig weekend rapporteren is niet zo eenvoudig en bovendien moet een mens eten of drinken, of raak je soms een zaal niet in wegens té vol. Niettemin hebben we toch een mooie dwarsdoorsnee om te presenteren ...
Tekst: Morbid Geert / Foto’s: Paul Verhagen
VRIJDAG 21 OKTOBER
RED STAGE (Grote zaal)
WINTERFYLLETH
Als fan van snelle, atmosferische en epische black metal blijft WINTERFYLLETH (8) steeds een schot in de roos. Er was weliswaar redelijk weinig beweging op het podium (al is hun nieuwe gitarist Russell Dobson (Necronautical) een heftig baasje) en er was ook amper belichting behalve dan van achter uit (een euvel dat de hele dag zou terugkomen), maar die spaarzame aanpak werd goedgemaakt met kwaliteitssongs vol gave samenzang-momenten. Er werd alvast een nieuw nummer van hun aanstaande plaat gespeeld dat veel goeds deed vermoeden, we zijn benieuwd!
GAEREA
GAEREA (9) kwam, zag en verschroeide ons met hun ‘cathartic black metal’. Hun nieuwe album ‘Mirage’ stond heel centraal in de set, al passeerde er af en toe wel eens een ouder nummer. Een constante was de onaflatende intensiteit waarmee we werden gebombardeerd met heftige riffs en beukende blasts, al lag er in hun werk tegelijk zoveel melodie dat het je echt bij de keel pakte. De intensiteit van de set liet voor niemand ademruimte en al zeker niet voor de gemaskerde muzikanten, die tekeer gingen als beesten op het podium. Het zweet stroomde letterlijk van de heren af, zeker van frontman G die erg expressief te werk ging, maar na afloop waren zowel zij als wijzelf gelouterd. Het eerste échte hoogtepunt van het weekend!
Het mag geen wonder heten dat GAAHLS WYRD (9) er geen gras over liet groeien en ons nog maar eens een showcase gaf van hoe Noorse black metal echt hoort te worden gebracht. De onmenselijk strak spelende band kon elk schroeiend tempo aan en blies ons omver, terwijl Gaahl (die wel erg goed bij stem was) nog maar eens liet horen wat voor een stemkunstenaar hij is. Het trage ‘The Humming Mountain’ kwam even verheven als die berg zelf over, ‘Carving The Voices’ kerfde diep in onze ziel en de thrasher ‘The Dwell’ zweepte het hele zaakje nog eens extra op. Eigenlijk gingen ze al over hun tijd, maar toch mochten ze als afsluiter nog de God Seed-song ‘Alt Liv’ brengen om deze aaneenschakeling van climaxen af te sluiten.
Emperor kopman IHSAHN (9) zette meteen erg snedig in met black metal knaller ‘Lend Me The Eyes Of Millennia’, waarna de dreigende kilte van ‘Mass Darkness’ het tempo terugschroefde ten voordele van de groove en een meer progressieve aanpak. Die dynamiek zou de rest van de show kenmerken. Neem nu ‘Frozen Lakes On Mars’, waarvan het bloedmooie refrein wordt omgeven door op je in hakkende duisternis … ‘Strid’ was de eerste song die de man ooit in het Noors bracht en men ging er weer loeihard tegenaan, terwijl in andere songs zelfs ruimte was voor een Hammondorgel. Hun recente covers van Lenny Kravitz en Maiden werden per uitzondering gespeeld, waarna men afsloot met het van folk doortrokken ‘Telemark’, een ode aan hun thuis. De ganse show werd er op stellair niveau gespeeld en je hoorde dat dit toch de strafste muzikanten van de dag waren, wat de headliner positie zeker rechtvaardigde.
IHSAHN
PURPLE STAGE (Kleine zaal)
De Nederlandse band TER ZIELE (6) mocht als opener van het weekend meteen op veel belangstelling rekenen, want de toeschouwers waren goed op tijd komen opdagen en hadden duidelijk honger naar stevige muziek. Toch was hun sludge/doom niet meteen een hoogvlieger. We hadden het namelijk allemaal al zo vaak gehoord, er zat niks wat hen onderscheidde van de massa.
BUÑUEL
We waren amper bekomen van Gaerea of BUÑUEL (8) dropte een flink bommetje. Het Italiaans/Amerikaanse gezelschap maakt geschifte, hyperenergieke noise rock met een duister kantje, waarin we het akelige van Daughters herkenden, alsook het verwrongene van Melvins en de opgefokte waanzin van Coilguns. Met Eugene S. Robinson (Oxbow) hebben ze de geknipte frontman om het volk op te zwepen, terwijl de gitaren van de hak op de tak spongen. Toch was er constant een ‘off’-kantje aan, een beetje cringy, maar hoe fucking rocken was dit?!
Bij het Nederlandse black doom monster GGU:LL (8) was het even moeilijk om binnen te raken als om hun naam correct uit te spreken. Met hun nieuwe album ‘Ex Est’ op zak, zes jaar na het vette ‘Dwaling’, trokken ze erop uit om ons sonisch te vermorzelen. De verpulverende riffs denderden tot diep in je ingewanden door, de rauwe grunts reten ze daarna aan flarden. De feedback was soms wel ellendig, maar tegelijk droeg dat snerpen en kraken bij tot het tormenterende karakter van hun performance.
ZATERDAG 22 OKTOBER
RED STAGE (Grote zaal)
PREDATORY VOID
PREDATORY VOID (7) had geluk dat Maggot Heart in de file zat en mocht daarom het grote podium op om te openen. De nieuwe band rond leden van onder andere Amenra en Cobra The Impaler greep de kans met beide handen en deed dat niet slecht. Hun lompe mix van sludge met vleugen post-black was alleszins aardig, niet in het minst vanwege de zangeres die ferm krachtig uit de hoek kwam. Nog niet meteen opzienbarend, maar wel onderhoudend en heavy genoeg om iedereen wakker te schudden voor dag twee.
Bij ULTHA (8) werd de zaal bij voorbaat zo vol rook gepompt dat ze zowat een spontane astma-aanval uitlokten. De laatste keer dat we de band aan het werk zagen, was dat eveneens in Doornroosje, maar toen was het zittend en met een masker op, wat de energie-uitwisseling tussen band en publiek in de kiem smoorde. Deze keer was het een heel ander gegeven en de volle tent had zin in een pot opgejaagde post-black. Af en toe werd er gas teruggenomen, maar meestal was het toch wel flink pezen geblazen. Alleen jammer dat de snelle stukken al eens in een geluidsbrij veranderden door het te harde, overstuurde geluid. En jongens, die rook! Er waren zelfs momenten dat we de muzikanten echt niet meer zagen staan …
BONGRIPPER
BONGRIPPER (7) blijft één van de meest heavy bands op deze aardkloot. Hun superlompe sludge/doom steunt op een riffmuur van gewapend beton en al zijn we niet meteen fans, toch blijft het niet onaardig om dit te ondergaan. Alleen jammer dat hun instrumentale aanpak na een tijd wat ging vervelen, zeker vanwege de lange drones tussen de songs die het momentum onderuit haalden.
Ons eigenste AMENRA (9) blijft de gedroomde headliner voor dit soort festival en bewees ook nu weer dat ze ongenaakbaar zijn. Het combo trok als een pletwals over ons heen, maar dan wel als een poëtische pletwals (kan zoiets?!). Hoe kom je tenslotte anders tot zoveel gevoel als op hun laatste album ‘De Doorn’? Of de breekbaarheid en wanhoop die ze met mokers te lijf gaan in ‘Plus Près De Toi’? Het is best wel gedurfd dat ze tussen al dat geweld zo’n emotionele song als ‘Voor Immer’ speelden, waarbij het werkelijk muisstil werd in de zaal. Daarna nog even doortrekken met ‘A Solitary Reign’ (kippenvel!) en beuker ‘Diaken’, waarin ondanks dat toch altijd aanwezige gevoel van verlies toch steeds weer een sprankeltje hoop te merken was, of tenminste loutering. Dit was ‘going out with a bang’ in de praktijk gebracht!
PURPLE STAGE (Kleine zaal)
Het Zweedse power trio MAGGOT HEART (7) rond zangeres/gitariste Linnéa Olsson (ex-Grave Pleasures) zette ons flink in het zweet met lekker opgefokte en punky rock-’n-roll van het betere soort. Vooraan op het podium lieten zij en bassiste Olivia Airey alle franjes en complicaties achterwege, dit was pure girl-power … en soms moet dat niet meer zijn. Ze schopten lekker om zich heen en beten in het rond, wat soms wat rommelig overkwam. Toch had dat zo zijn charmes en waren we al snel helemaal mee.
De Noren van BISMARCK (8) gingen er meteen knoerhard tegenaan met bij momenten vrij atypische stoner/doom. De lompe riffs waren overladen met flink wat fuzz, maar er waren evengoed meer ingetogen, meer melodieuze momenten die verrassend uit de hoek kwamen. Nu zaten er wel minder aparte arrangementen in dan op hun laatste plaat ‘Oneiromancer’, wat af en toe wel jammer was, maar toch wist de band haar eigenheid te behouden en zich te onderscheiden van het gros van hun genregenoten.
Het elektronische duo HIDE (7) uit Chicago was de vreemde eend in de bijt. Men zette in met beukende elektro en industrialtonen, terwijl de pittige (en na de eerste song schaarsgeklede) Heather Gabel als een waanzinnige tekeer ging. Dit duo maakte van NIN een lieflijk theekransje, werd alsmaar psychotischer en zweepte de boel op met een body performance zoals je zelden meemaakt. Verdomd intens! Alleen jammer dat de gewelddadige sfeer op het podium ook enkele figuren in het publiek nogal vijandig maakte, wat in een onaangenaam opstootje uitmondde …
DÖDSRIT
Dé verrassing van de dag werd wat ons betreft het Zweeds-Nederlandse DÖDSRIT (8). Zij legden er meteen de pees op met hun razendsnel gespeelde melodieuze black metal. Met het tempo werd ook de temperatuur de hoogte in gejaagd in de werkelijk volgepropte kleine zaal. Vooral het gitaarwerk was echt wel pakkend en zoog ons helemaal mee. De enige zwakkere factor was de toch wel vrij monotone krijszang van gitarist en oprichter Christoffer en we waren dan ook heel blij dat zijn tegenhanger Georgios regelmatig de zang overpakte en er kracht aan toevoegde. Wat ons betreft mag hij dat altijd doen! Maar kom, gelukkig was die zang niet dominant in de sound, zodat we toch nog volop konden genieten van het wisselspel tussen gevoelige rustpunten en uiterst heftige acceleraties. Bij de meest meeslepende stukken waren wij (en de rest van het publiek) helemaal in vervoering en dat de band erg beweeglijk was op het podium, was zeker een extra opsteker. We vermoeden dan ook dat je nog vaker van deze jonge wolven gaat horen.
NABESCHOUWING
Om alles vlot te laten verlopen, zijn er twee zalen waartussen je heen en weer pendelt. Natuurlijk krijg je zo meer bands geprogrammeerd, maar het nadeel is dat er een grote en een kleine zaal is, waarbij je voor bands in die laatste soms al vroeg aanwezig moet zijn om binnen te raken. Daardoor misten we een aantal bands zoals Spectral Wounds, niet in het minste omdat de switch geen ruimte overlaat en de ene show al start terwijl de andere nog afloopt. Persoonlijk zouden we liever een paar bands minder op de affiche zien, maar wel de tijd hebben om heen en weer te pendelen zonder dat je steeds moet racen of moet incalculeren dat, indien je de show in de hoofdzaal niet tien minuten vroeger verlaat, je een plekje in de kleine zaal wel op je buik kan schrijven. Helaas is dat een trend op steeds meer festivals, dus hopen we dat hier in de toekomst toch meer over wordt nagedacht.