Updated 21/02/2022
IMMOLATION: Onverwoestbaar en efficiënt!
Immolation uit New York is zo’n band waar je alleen maar heel erg veel respect voor kan hebben. In hun ‘dertigplus’-carrière hebben ze nooit een langdurige pauze genomen en onverminderd gaat hun strooptocht verder. Er is geen notie van sleet te bespeuren op ‘Acts Of God’, de nieuwe plaat die zonet verscheen. De harde, gebalde vuist tegen de immer zware ontgoocheling van religie, klinkt agressief maar kraakhelder. We praten met bassist/zanger Ross Dolan.
De nieuwe plaat is een bom en ik geloof dat het feit dat twee derde van de vijftien nummers aftikken op minder dan vier minuten daar wel iets mee te maken heeft. De plaat klinkt to the point, agressief en krachtig.
‘Het is op zich een vrij lange plaat, vind ik, maar ze beweegt inderdaad heel snel. De nummers zijn strak en gefocust. Elk nummer heeft zijn eigen dynamiek, maar het klinkt wel als één geheel samen. Daardoor is het voor mij een interessante plaat die lekker vooruitgaat. Ik denk niet dat er mindere songs op de plaat staan. We zijn het er allemaal over eens dat dit één van onze beste en donkerste platen is. Zonder rond de pot te draaien is het een goed geschreven en prima gemaakt album. Voor het eerst in lange tijd hebben we er alle vier hetzelfde gevoel bij en zijn we er erg positief over.’
Jullie kozen ook nu weer voor Paul Orofino om de plaat op te nemen, hij is een oudgediende van de band. Heeft hij na al die jaren ook enige invloed op de muziek zelf en wordt hij al vroeg bij de nieuwe songs betrokken?
‘Paul was onze eerste en enige keuze om weer mee samen te werken, dat was onmiddellijk duidelijk. We houden van Paul, hij is echt een onderdeel van de Immolation-familie. Er was echter een kink in de kabel. Gedurende de pandemie heeft Paul zijn studio verloren en hij moest verhuizen naar een heel nieuwe. We waren dus niet zeker of hij op tijd klaar zou zijn, maar hij heeft er naartoe gewerkt om zijn studio helemaal klaar te hebben voor ons en dat is hem gelukt. Tegen de tijd dat wij wilden beginnen opnemen, had hij alles al gezellig ingericht en het was net alsof we weer in zijn oude studio stonden. Het was perfect! Wij waren heel erg blij dat we weer met hem konden samenwerken. We hadden ook Zack Ohren gecontacteerd voor de mix en de mastering en hij heeft een schitterend resultaat afgeleverd. Wat Paul betreft, hij heeft eigenlijk weinig invloed op de muziek zelf. Bob is daarvoor de hoofdverantwoordelijke. Ik help hem wel met de arrangementen, maar Bob zorgt ervoor dat alles klaar is als we in de studio trekken. Meestal werk ik nog wat aan mijn teksten in de studio, dat gebeurt wel meer zo, maar dat is het dan ook. Paul heeft dus geen invloed op de muziek of de songstructuren maar hij heeft wel een stel fenomenale oren. Hij hoort het meteen als iets niet klopt. Misschien is dat een solo op de verkeerde plaats in het nummer of een bepaalde passage in een song die net daar raar klinkt … we passen dus soms wel nog zaken aan of verbeteren nog dingetjes. Hij is ook belangrijk op het vlak van het creëren van onze sound in de studio, maar op zich zijn de nummers wel helemaal af als we bij hem aankomen.’
“Op zich zijn de tijden best goed voor death metal momenteel en daar ben ik uiteraard blij om”
Er is de laatste tijd veel teruggeblikt op jullie eerste album ‘Dawn Of Possession’ omdat die plaat vorige zomer drie decennia oud was, maar ik wil je graag even terug meenemen in de tijd naar het midden van jullie carrière, vijftien jaar geleden, met het schitterende en ruwe album ‘Shadows In The Light’. Hoe kijk jij op die tijd en dat album terug?
‘Ik hou enorm van ‘Shadows In The Light’ en vind persoonlijk dat dat album nooit de aandacht heeft gekregen dat het verdiende. Er staan enorm krachtige nummers op en we spelen er nog veel van live. Album na album wordt het wel moeilijker om daar voldoende nummers uit te spelen, natuurlijk omdat we meer en meer materiaal hebben om uit te kiezen. ‘Acts Of God’ is onze elfde langspeler ondertussen en het wordt dus steeds maar moeilijker om een setlist samen te stellen die onze hele carrière goed vertegenwoordigt. Je hebt er op één optreden gewoon de tijd niet meer voor, maar we doen ons best. Het is een zwaar en donker album, maar er staan veel goede nummers op. De opener ‘Hate’s Plague’ komt nog altijd binnen als een moker (lacht) en het daarop volgende ‘Passion Kill’ heeft een heerlijke breakdown. Ook het titelnummer is één van mijn favorieten. De scene was echter een beetje raar toen. We hebben wel een aantal tours gedaan ter ondersteuning van die plaat, maar de death metalscene heeft altijd zijn hoogtes en laagtes gekend. Eind de jaren 80, begin de jaren 90 waren een hoge piek en daarna is het wereldje weer wat meer underground gegaan. In de jaren 2000 zat het dan weer wat meer in de lift, zoals nu eigenlijk. Op zich zijn de tijden best goed voor death metal momenteel en daar ben ik uiteraard blij om.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 205.