Updated 06/10/2025
INTERVALS laat smullen van te veel noten
Intervals + The Intersphere - 4 oktober 2025 - Trix, Antwerpen
In de schaduw van grote acts als Animals As Leaders groeide Intervals uit tot een vaste waarde in het land van de progressieve metal. Dat de band Europa zes jaar links heeft moeten laten liggen door allerlei omstandigheden, heeft ervoor gezorgd dat Intervals wat op het achterplan is geraakt. Ondanks een nieuwe plaat getiteld ‘The Memory Palace’ in 2024. Het concert van vanavond gaat dan ook door in een aardig gevulde bar van Trix. De terugkeer van Intervals naar Europa was voor ons een goede reden om eens langs te gaan in Antwerpen.
Tekst: Kurt Van Driessche - iPhonefoto’s: Toon Sneyers

De opwarming is vanavond van de hand van THE INTERSPHERE (8), een band uit Mannheim, Duitsland. Ondanks dat dit viertal al sinds 2009 albums maakt en regelmatig op tour gaat, is dit de eerste keer dat die trektocht ook ons land aandoet. The Intersphere brengt progressieve rock met metalelementen, al weegt vooral het eerste door. Het doet ons tijdens hun set denken aan Karnivool met de zanger van Thrice, maar ook Coheed & Cambria zal zeker invloed hebben gehad.
Het veel te kleine podium zorgt ervoor dat de Duitsers opgelijnd staan helemaal vooraan de bühne. Drummer Muller Moritz zit, zoals Stefanie van Brutus, zijdelings te drummenaar zijn kompanen. Het dicht bij het publiek staan loont. Het aanzuigeffect zorgt ervoor dat iedereen met de neus op het podium staat. Zo kunnen we de kunstjes van vooral Moritz zien.

Hij en bassist Daniel Weber moeten hard werken, maar dat doen ze dan ook met verve. Zanger Christoph Hessler lijkt in het begin van de set te worstelen met zijn stem, maar dat kan ook aan de mix liggen.
Tweestemmig met Weber klinkt het geweldig. Na verloop van tijd is ook dat eerste euvel verholpen en klinkt alles loepzuiver. Gitarist Thomas Zipner zingt ook uit volle borst mee, alleen niet in zijn microfoon.
Er staat een leger gitaren met te veel snaren achter de mannen op het podium wat zorgt voor veel instrumentenwissels. Een paar keer vult Moritz deze leemte op met zijn drumstel, maar evenveel keer blijft het helemaal stil.
De publieksinteractie is beperkt en dat is jammer. Laat dat zeker de pret niet drukken. De eerste keer in België zorgde voor een aangename kennismaking met The Intersphere.
Voor INTERVALS (8), uit Ontario in Canada, is het de eerste keer sinds 2014, toen ze in Aarschot speelden samen met hun landgenoten van Protest The Hero, in België. Dat is een hele poos geleden. Intervals is het soloproject van ene Aaron Marshall, of dat is het tenminste geworden. Een korte geschiedenisles leert ons dat de band ooit een zanger zocht, maar geen vond en daarom noodgedwongen instrumentale muziek begon te maken in de kelder van Marshalls ouders. Na twee albums verhuisde toenmalig bassist Mike Semesky naar de microfoon, maar na één plaat (‘A Voice Within’) werd hij door Marshall alweer aan de kant geschoven om terug het instrumentale pad op te gaan. De beide andere bandleden werden vriendelijk gevraagd een stap opzij te zetten in het creatieve proces en enkel nog te dienen als muzikanten in de opnamestudio en op tournee, waar zij voor bedankten. Of het naratief van Marshall, die zegt dat de twee heren de toekomstige weg van Intervals niet genegen waren, klopt? Wie zal het weten … maar sindsdien is het dus een soloproject.

Intervals heeft ondertussen een vaste line-up met op de basgitaar Jacob Umansky en Nathan Bulla die zorgt voor de percussie. De twee studiomuzikanten worden aangevuld met Travis LeVrier op gitaar, in een verleden oprichter en gitarist van de progressieve metalband Scale The Summit. Straffe muzikanten die Aaron omringen, zelf ook een magistraal gitarist en dat mag hij de komende 75 minuten bewijzen.

Al van bij de aftrap van de set laat Marshall ons weten wat er op het menu staat vanavond. “Hello Antwerp, we are Intervals and we play far too many notes!”, alvorens van wal te steken met ‘Neurogenesis’ van het nieuwe album. Wat meteen opvalt, is hoe strak alles in elkaar zit. De hele show loopt er een backingtrack mee met alles wat ook elektronisch is op de platen, dus er is geen ruimte voor fouten. Dit is, zonder twijfel, een goed op elkaar ingespeeld viertal. Bij progressieve metal is er geen ruimte voor veel frivoliteiten op het podium en krijg je meestal een statische show. Toch doen Marshall en Umansky hun uiterste best om het publiek bij het geheel te betrekken. Als ze toch even geen aanslagen moeten verzorgen vragen ze om geroep, getier, geklap en ze krijgen waar ze om vragen.
Wat ons opvalt, is dat er in de songs ruimte zit om even uit te blazen voor de muzikanten. Iets wat op plaat zomaar passeert, zonder je daar vragen bij te stellen. We zouden het dramatische pauzes voor applaus kunnen dopen, wat ook telkens het geval is. Voor de rest houden alle toeschouwers het bij hoofdgeschud op het ritme van de muziek.
Middenin de set, net voor het inzetten van ‘Alchemy’, vraagt Marshall toch even wat meer energie en zo geschiedde. Naast hoofden bewegen er nu ook hele lichamen. Een echte moshpit ontvouwt zich wel niet, ondanks dat sommige passages in de muziek zich er wel toe lenen. Met ‘Mata Hari’ en ‘Epiphany’ keert Intervals ook nog even terug naar het begin van de band en de sound die hen op de kaart zette. Dikke, vette djentriffs. Zichtbaar genietend zijn zowel de band als de fans. Heerlijk om te zien.
Als je nu denkt dat een Intervalsshow één grote Aaronshow is, dan kom je van een kale reis terug. Elk lid van de band krijgt zijn kans om te schitteren. We krijgen zelfs een vriendelijk gitaargevecht en de ritmesectie beheert het geheel met strakke hand. Na elke song horen we aan Marshall, na alweer een dramatische pauze, een “Nice” of “Fuck yeah” ontsnappen en ook elk applaus ontvangt hij met een handgebaar. Niets is vanzelfsprekend en hij is zeer dankbaar voor elke appreciatie.

Die appreciatie is terecht. Bij wijlen vragen we ons af hoe je zoveel noten na elkaar kan spelen en er geen enkele missen. Bij ‘Rubicon Artist’, dat op vraag van Umansky in de set zit, zegt Marshall op voorhand dat, als het nu moest foutgaan, het de schuld is van Jacob. Als er niets fout gaat, is dat ook zijn schuld. Grappig, maar Marshall laat de bal niet vallen. Zijn mond gaat heen en weer, op en neer terwijl hij zijn stuk gewoon meezingt. Hij benadert de perfectie en daarvoor gaan alle handen enthousiast op elkaar. Achteraf stelt hij zichzelf wel de vraag wie die nonsens eigenlijk allemaal schrijft … Die moet wel gek zijn. Het antwoord is simpel: Aaron Marshall.
Na elf jaar was het een genoegen om Intervals terug aan het werk te zien. Er waren hints dat het nu geen eeuwigheid meer zou duren voor we ze terug zouden zien. Wat ons betreft, is dat prima en zijn we graag weer van de partij.
