Updated 01/10/2025
Post-punkers SHAME smelten samen met hun publiek
shame + Ebbb - 29 september 2025 - Trix, Antwerpen
Op een mooie maandagavond zoals deze zitten wij normaal aan onze radio gekluisterd om te horen welke pareltjes Marcel Vanthilt op ons afvuurt in zijn M-Show op Willy. De hoofdbrok van vanavond, shame, zou niet op onze radar gekomen zijn moesten wij niet af en toe naar de radio luisteren. Een band met een livereputatie die meesurft op de golven van de terug populair wordende alternatieve muziekscène uit het Verenigd Koninkrijk, waar Fontaines D.C. en IDLES de vaandeldragers van zijn.
Tekst: Kurt Van Driessche - Foto’s: Peter Smet

EBBB (6) mag vanavond de spits afbijten. Dit trio uit Londen brengt een bijzondere mix van pompende beats, pulserende ritmes, overgoten met catchy melodieën, en daar bovenop een zanglijn die in de hogere regionen van het vocale spectrum te vinden is. Ons doet de stem van Will Rowland wat denken aan Pet Shop Boys. Ebbb mag voor hun set de gehele lichtproductie gebruiken en dat draagt bij tot de sfeer. Het vreemde aan wat we zien en horen, is dat er energie vrijkomt terwijl de sound niet per se energetisch aanvoelt. Terwijl de bas pompt, staat het publiek er onbewogen bij. Rowland probeert wel, maar hij krijgt er geen beweging in. Ebbb is dan ook een raar aperitief voor een postpunkband. In een andere setting zullen deze heren beter tot hun recht komen.

SHAME (8), een vijftal uit Londen, heeft recent een nieuwe plaat uit, getiteld ‘Cutthroat’. Het vierde in een rijtje. Deze komen ze vanavond aan ons voorstellen in een set die doorspekt is van de nieuwe nummers. Op de tonen van Barry Manilows ‘Copacabana’ komen de postpunkgladiatoren de arena binnengewandeld. Wie meteen opvalt, is frontman Charlie Steen, de kleurrijke figuur draagt een blitse zonnebril, priesterskraag, bretellen en een kostuum. Hij doet ons wat denken aan de jonge versie Suggs van Madness, maar dan eentje die op ramkoers is met de wereld. Meteen ment hij zijn talrijk opgekomen publiek dat er zin in lijkt te hebben. Daar wordt hij bij geholpen door zijn bassist Josh Finerty die ons zijn tomeloze energie etaleert. Hij caprioleert over de bühne met highkicks, schouderrollen en de occasionele tien meter sprint. Dat allemaal terwijl hij niet in de knoop lijkt te raken met zijn bekabeling. Het is een indrukwekkend schouwspel.

Van bij de start knalt shame, dat geschreven wordt met alleen maar kleine letters, de ene na de andere song op ons af. Steen krijgt het er zowaar warm van en gooit zijn vest uit. De songs van de band zijn voorzien van diepgaande teksten, soms sociaal bewogen, soms bezingen ze de liefde en nog zoveel meer. ‘Cowards Around’ van de nieuwe plaat is zo’n nummer. De toeschouwers brullen de songs woord voor woord mee, terwijl ze meespringen op het ritme van de drum. Van links naar rechts, Steen volgend.

Wie zegt dat postpunk een eentonig boeltje is, zal shame wel even overtuigen van het tegendeel. Zo heeft ‘To And Fro’ een melodie die doet denken aan The Clash, inclusief tamboerijn, heeft ‘Fingers Of Steel’ een intro waar Joy Division jaloers op kan zijn en is ‘Quiet Life’ een meezinger van formaat. Op een half concert jaagt de bende er tien nummers door en laat er dus geen gras over groeien. Het is hard werken voor de gitaristen Eddie Green en Sean Coyle-Smith, die zorgen voor de vette sound van de band en op geen foutje te betrappen zijn.

Na de meezinger vindt de band het welletjes en nemen ze wat gas terug voor een vijftal songs, te beginnen met ‘Spartak’, een ode aan mensen die zich beter voelen dan de rest. Wat volgt, is een lesje geschiedenis in ‘Lampião’, doorspekt met Portugese tekst. Lampião (olielamp in het Portugees) was de schuilnaam van de beruchte Braziliaanse Robin Hood, leider van de Cangaço’s, die rond 1920 brutale plunderingen uitvoerde en een deel van zijn buit aan de arme bevolking gaf. Het lied zorgt voor vele crowdsurfers en leent zich daar ook toe. Ook tot het kransje rustige nummers hoort ‘Adderall’. De song doet het tegenovergestelde van het roesmiddel en laat de relatieve rust nog wat langer aanslepen.

Na het overbodige ‘Snow Day’ komt het onvermijdelijke op een show van een band uit de UK. Subtiel was de Palestijnse vlag al aanwezig in de set, over één van de versterkers, en drummer Charlie Forbes speelt het eerste deel van de set in het voetbaltruitje van de nationale ploeg. Nu wil Charlie Steen even kwijt dat er maar twee woorden belangrijk zijn en dat hij ze zal blijven roepen tot het niet meer nodig is. Die woorden zijn Free en Palestine, een groot deel van het publiek scandeert mee. Het is kort maar krachtig, net zoals het vervolg van de set. De gitaren mogen terug vrij en ‘One Rizla’ is het startschot van een waar feest. Steen wordt er zowaar euforisch van en gaat krachtoefeningen doen met zijn microfoonstatief op de rand van het podium.

Nog is het niet voorbij. Afsluiten doet de band met ‘Cutthroat’, de titeltrack van de laatste plaat en wat we aanschouwen is fenomenaal. Al van bij de eerste tonen van het nummer is duidelijk dat het feest compleet is. Het jonge publiek vooraan geeft het volle pond en de hele benedenvloer van Trix ontploft. Eén voor één kruipen ze ook het podium op, dansend en zingend voltrekt zich een symbiose tussen band en publiek. “Antwerp, we love you”, roept Steen ons toe, wij zijn er getuige van dat de liefde wederzijds is. Er is een toekomst voor post-punk want het publiek vanavond bestond uit oude zakken en jonge snaken, schouder aan schouder, elk genietend op hun eigen manier. Zonder schaamte.






