Updated 16/11/2023
QUEENS OF THE STONE AGE: een masterclass in rock-‘n-roll
QUEENS OF THE STONE AGE + THE CHATS + DEEP TAN - 12 november 2023 – Sportpaleis, Antwerpen
De afgelopen jaren waren niet de gemakkelijkste voor Joshua Homme, ooit gitarist van het nu bijna legendarische Kyuss, ondertussen al zeventwintig jaar voorman van Queens Of The Stone Age én één van de laatst overgebleven echte rockgoden. De rosse reus kreeg onder andere te maken met een fameuze (v)echtscheiding en een altijd vermoeiende strijd tegen kanker, maar bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Deze zomer keerden Homme en zijn kompanen dan ook glorieus terug aan het front met een sterke nieuwe plaat en een reeks bijzonder gesmaakte festivalshows en beiden lieten zien dat de Queens nog niets van hun ongebreidelde oerkracht verloren hadden. Al snel na de zomer kwam de aankondiging dat men in het najaar hun absolute topshow van Werchter nog eens dunnetjes ging overdoen in het Antwerpse Sportpaleis en dat wilde Rock Tribune voor geen geld ter wereld missen.
Tekst: Frederik Cosemans – Foto’s: Istvan Bruggen
Vooraleer we onze tanden konden zetten in het twee uur durende spektakel dat Homme en zijn Queens ons zouden voorschotelen, moesten we ons door twee voorprogramma’s heen worstelen. In het geval van DEEP TAN (4) was het zelfs een ware straf, want de grillige, haast minimalistische post-punk (of zoiets) van dit uit Londen afkomstige damestrio (de drumster werd voor deze gelegenheid echter ingeruild voor een mannelijk exemplaar) werkte danig op de zenuwen en kon op bitter weinig bijval rekenen. Af en toe steeg een karig applausje op uit het langzaam volstromende middenplein, maar daarmee is dan ook echt alles gezegd. Na amper vijfentwintig minuten droop het drietal zonder al te veel woorden van dank terug af in de catacomben van de Antwerpse galmbak en daar mogen ze wat ons betreft ook blijven.
Na het bijna slaapverwekkende geneuzel van Deep Tan klonk de energieke old school punkrock van het Australische THE CHATS (7) als een ware verademing. Dit verwaaid uitziende drietal (Homme is naar verluidt fan van het eerste uur) koos voor de ‘niet zeveren, maar spelen’-aanpak en slingerde met de gedrevenheid van jonge honden hun korte en opzwepende songs de ondertussen goed gevulde zaal in. Vele hoofdjes knikten gedwee, de beentjes kwamen hier en daar al los en het applaus was dan ook navenant. Platen of nummers van deze act kenden we op voorhand niet, maar op basis van dit ronkend half uurtje gaan we daar zeker eens naar op zoek.
Het volgende half uur werd het tot nu toe vrij Spartaans uitziende podium uitgerust met een relatief eenvoudige, maar desondanks toch vrij imposante lichtinstallatie en begon er langzaamaan elektriciteit in de lucht te hangen. Toen om klokslag 21.00 u de lichten doofden en Peggy Lee’s ‘Smile’ uit de boxen sijpelde, zette de op een haar na uitverkochte rocktempel zich dan ook schrap. Openen deden QUEENS OF THE STONE AGE (9) dit keer niet met absolute kanonskogel ‘No One Knows’, dat kwam als tweede voorbij, maar met de heerlijk ronkende riff van ‘Regular John’, het openingsnummer van hun ondertussen vijfentwintig jaar oude debuut. Prima zet, want op die manier verkoop je middels een bijna goddelijk openingsduo het enthousiaste publiek meteen een eerste mokerslag.
Homme, terug ontdaan van zijn hippe sik, en zijn trouwe medestrijders hadden er overduidelijk stinkende zin in. En over die medestrijders gesproken, wat een klasbakken zijn het toch! Of we het nu hebben over de geblondeerde topbassist - en benjamin van het gezelschap - Micheal Shuman, Mikey Shoes voor de vrienden, de ongelooflijk strak meppende drummer John Theodore, gitarist/toetsenist en stille rots in de branding Dean Fertita of de strak in het pak zittende Troy Van Leeuwen, een man die zelfs een stel sambaballen een zweem van coolness kan meegeven, allen geven ze een absolute topprestatie weg. Homme, na al die jaren nog steeds apetrots op zijn Queens, dirigeert hen met strakke hand en leidt hen geregeld middels een eenvoudig ‘Take it away, boys’ naar de volgende nummers. En die waren om van te smullen!
Het lekker dansbare ‘Smooth Sailing’ en het hamerende ‘My God Is The Sun’, beiden van het ondertussen tot klassieker verheven ‘… Like Clockwork’, zetten de veroveringstocht ongestoord verder en vormden het perfecte opstapje voor wat nieuw werk. Het trio ‘Emotion Sickness’, het trippy ‘Time & Place’ en ‘Carnavoyeur’ (even doorbroken door ‘If I Had A Tail’) zette nieuweling ‘In Times New Roman’ ruimschoots in de spotlight. Prima songs, dat ongetwijfeld, maar net dat tikje minder energiek en opzwepend dan het wat oudere werk en daardoor ook net iets minder begeesterend. Tijd om in te dommelen gaf Homme ons echter niet, want een vlammend en swingend ‘The Way You Used To Do’ zorgde voor een fameuze injectie van adrenaline. Die song blijft gewoon seks uitademen en kreeg het hele middenplein, en een groot stuk van de tribunes, vlotjes aan het dansen.
Met het iets meer obscure en uitgesponnen ‘Better Living Through Chemistry’ bezocht men voor de eerste keer ‘Rated R’, iets wat met het verrassende ‘Leg Of Lamb’ even later nogmaals gebeurde, en maakte men duidelijk dat men hun roemrijke verleden nog lang niet vergeten is. Ondertussen passeerden ook nog het rauwe ‘Sick Sick Sick’ en een van de sterkste songs van ‘In Times New Roman’ (‘Negative Space’) de revue en werd het stilaan tijd voor het finale offensief. ‘Made To Parade’, voorafgegaan door Homme die het publiek tot vijftien seconden stilte aanmaande (iets wat hem ook bijna lukte), deed dat aanvankelijk nog redelijk bescheiden, maar radiohitje ‘Make It Wit Chu’ en het luidkeels meegebrulde ‘Little Sister’ deden werkelijk iedereen recht veren.
Na een korte adempauze, Homme stak nonchalant een sigaretje op terwijl hij even van het podium schuifelde, was het tijd voor een indrukwekkende bisronde. Om te beginnen kregen we de keuze uit het frivole ‘I Sat By The Ocean’ of het meesterlijke, destijds door de betreurde Mark Lanegan ingezongen ‘God Is In The Radio’. Laatstgenoemde kreeg duidelijk de voorkeur van het op kookpunt gebracht publiek, maar de bijzonder goed geluimde Homme deelde al snel mee dat beide songs gespeeld zouden worden. Aldus geschiedde en de korte, maar onderhoudende drumsolo van Theodore kregen we er gratis bovenop.
Ondertussen was de klok al fameus richting 23.00 uur gekropen en was het dus de hoogste tijd voor een werkelijk zinderend slotakkoord. Het fraai en bijna mysterieus ingeleide ‘Go With The Flow’ scheurde, gierde en beukte als een trein en de finale, onvermijdelijke kopstoot ‘A Song For The Dead’ deed ook de laatste restjes kalk nog van het plafond dwarrelen. Wat een monster van een nummer blijft dat toch! Toen The Ginger Elvis en zijn absolute wereldband eindelijk in de coulissen verdwenen waren, konden we eindelijk terug naar adem happen. Dit was niets minder dan een masterclass in rock-‘n-roll, een twee uur durende trip langs stoffige woestijnwegen, flitsende casino’s en schimmige, naar bier stinkende motelkamers. Hun legendarische show op Werchter 2002, toen met Dave Grohl, Nick Oliveri én Mark Lanegan in de gelederen, zal wellicht nooit overtroffen worden, maar vandaag kwam men toch aardig in de buurt. De grootste rockband ter wereld zijn de Queens wellicht niet, die eer gaat volgens ons toch naar Foo Fighters, maar over wie de beste is, laat men geen enkele twijfel meer bestaan!