Updated 28/06/2022
Het grote GRASPOP METAL MEETING verslag – Dag 2
Mocht de eerste dag van GRASPOP METAL MEETING zich al verheugen in een stralende zon, dan scoorden de temperaturen op dag twee nog een stuk hoger op de hittemeter. Ook nu weer liep de weide snel storm voor een pak interessante bands, net als onze Rock Tribune-medewerkers die zich opnieuw met frisse moed en bekwame spoed naar de vijf podia repten.
Teksten: Claude Bosschem - Franky Bruyneel - Frederik Cosemans - Patrick Erregat - Ief de Deurwaerder - Stef Maes - Walter Maes - Vera Matthijssens - Morbid Geert - Bart Nijssen - Bavo Reyniers - Erik Spruyt - Piet Van Coillie - Vic Van den Abeele - Wim Vander Haegen - Jochem van der Steen - Peter Vanhecke - Hans van Peppen
Foto’s: Hans Van Hoof - Gino Van Lancker
NORTH & SOUTH STAGE
Veel volk was al vroeg uit de veren om de openingsband van de dag te aanschouwen, want dat was niemand minder dan PHIL CAMPBELL AND THE BASTARD SONS (*) die een Motörhead-set brachten. De voormalige gitarist van Lemmy, zijn drie zonen en zanger Joel Peters kregen echter de vlam niet in de pan. Misschien was het nog een beetje te kort dag om voluit te genieten van onder andere ‘Iron Fist’, ‘(We Are) The Road Crew’, ‘Ace Of Spades’, ‘Bomber’ en ‘Killed By Death’. Ook de matige uitvoering van Hawkwind’s ‘Silver Machine’ gooide geen hoge ogen.
Over BEYOND THE BLACK (-) kunnen we nog korter zijn: leuke zangeres, matige songs en een nog matiger band. Een echte aanwinst voor het female-fronted symfonische power metalgenre kunnen we de Duitse band vooralsnog niet noemen.
Net als op hun cd’s hoef je van GLORYHAMMER (*) niet al te veel originaliteit te verwachten op het podium. Het vijftal rond Alestorm-toetsenist Christopher ‘Zargothrax’ Bowes komt niet veel verder dan wat bij elkaar gesprokkelde clichés binnen het genre van de melodieuze power metal. Allemaal bij elkaar gezongen door de Cyprioot Sozos Michael die tevens eigenaar is van een knoert van een accent. Songs als ‘The Siege Of Dunkeld’, ‘Gloryhammer’, ‘Land Of Unicors’ en ‘Fly Away’ werden nog enthousiast onthaald door de fans op de eerste rijen, maar veel verder raakte de band niet.
‘Like you care!’, antwoordde Juliette gevat op de vraag van frontman Michael Starr wat haar naam was, nadat ze kort daarvoor op het podium van STEEL PANTHER (**) uitgenodigd was. Daar had Starr even geen weerwoord op. Vooraf leefde vooral de angst dat het optreden van de band in het kader van de ‘Res-Erections’-tour zou moeten worden gedegradeerd tot ‘Less erections’. Niet omdat we bang waren dat er geen dames zouden zijn die hun waren gewillig aan de band en het publiek zouden tonen (integendeel!), maar omdat we een beetje een slappe zak kregen van het ingestudeerde karakter van de liveshows van de band: de grap is er bij Steel Panther inmiddels namelijk wel af. Het kunstje is bekend. De band verraste echter met een arsenaal aan nieuwe grappen (waaronder een Ozzy Osbourne-impersonatie), waardoor het viertal tegen de verwachting in alsnog bijzonder vermakelijk voor de dag kwam.
Na dat kleine uurtje onderbroekenlol was het de beurt aan Zakk Wylde en zijn kornuiten om de puntjes op de ‘i’ te zetten. Zonder intro en zonder gelul werd er meteen afgetrapt met de knaller ‘Bleed For Me’. BLACK LABEL SOCIETY (**) neemt die titel bijna letterlijk, want het geluid kreeg een boost en het scheurend gitaarwerk ontvang je er gratis bij. Wylde, die ons inziens een verpersoonlijking is van de heavy metal, gaf zoals vanouds weer les in ‘hoeveel riffs kunnen gespeeld worden in 50 minuten?’. Na elke song moest er gewisseld worden van gitaar omdat de snaren oververhit stonden en ook de met doodshoofden versterkte microfoonstandaard kreeg nogal wat duwwerk te verduren. Op een gitaarsolo meer of minder werd er niet gekeken en wanneer zowel Zakk als tweede axeman Dario Lorina (ex-Lizzy Borden) minutenlang een duel uitvochten met de gitaar op de rug, vielen nogal wat mondjes open van verbazing.
De laatste keer dat BULLET FOR MY VALENTINE (**) Graspop aandeed, was in 2018 in het kader van het niet zo geweldige album ‘Gravity’. Maar eind vorig jaar realiseerde de band een terugkeer van jewelste met een ‘self-titled’ langspeler, een plaat die weer lekker heavy was. Afkomstig van dat album speelde het viertal uit Wales enkel de tracks ‘Knives’ en ‘Shatter’ en dat hadden er misschien best wat meer mogen zijn. Van de andere kant werd het optreden op Graspop met nummers als ‘Waking The Demon’, ‘Your Betrayal’ en afsluiter ‘Scream Aim Fire’ wél een lekkere greatest hits-set. Tel daar gerust ‘4 Words (To Choke Upon)’ bij op – een klassieker in hun oeuvre – en ‘All These Things I Hate (Revolve Around Me)’, een track die ze naar eigen zeggen al twaalf jaar lang niet meer speelden, en je kunt enkel concluderen dat het een prettig weerzien was met Bullet For My Valentine. Precies zoals het hoort eigenlijk.
Een goed begin is het halve werk, moeten de Duitsers van HEAVEN SHALL BURN (**) hebben gedacht. Al meteen bij de eerste drumslag was het raak en schoten er niet alleen zilveren slingers door de lucht, maar was er ook het nodige aan pyrotechniek te zien. Alsof het nog niet heet genoeg was … Heaven Shall Burn? Voor de huid van menig bezoeker gold hetzelfde: verbrande lichaamsdelen zag je overal op het terrein wel terug. Hoe dan ook, de band was duidelijk op oorlogspad en was niet van plan iemand te ontzien: het drumstel was vakkundig ingegraven met zandzakken en dat tegen een backdrop van een verwoeste stad. De nadruk in de set lag iets meer op het laatste dubbelalbum ‘Of Truth & Sacrifice’ en dat was niet meer dan terecht, want wat een topplaat is dat toch. Het metalcoregeluid met de nodige death en thrash-invloeden zit de Duitsers als gegoten, ook live. Frontman Marcus Bischoff – die zichzelf weer eens een langharige coupe had aangemeten – legde het brute geweld na afloop uitgebreid bij met het publiek: nadat de band klaar was en er confetti door de lucht had gevlogen, ging hij handjes schudden met de toeschouwers en zelfs nog even crowdsurfen. Een sympathieke, maar o zo straffe band.
Het klassieke ‘Also Sprach Zarathustra’ van Richard Strauss vormde de intro voordat A DAY TO REMEMBER ** het podium betrad. Een reusachtige geelrode backdrop met ADTR erop viel hard op, het leek zowaar een supportersvlag van KV Mechelen. Met ‘The Downfall To Us All’ werd de eerste track uit ‘Homesick’ gespeeld, er zouden er nog vier uit dat klassieke album volgen. Stevige catchy riffs gekoppeld aan soms zeer poppy refreinen, het is waar A Day To Remember voor staat. Zanger Jeremy moest niet veel moeite doen om de weide te dirigeren. Ondanks de 31 graden die op dat moment werd gemeten kon je het aantal crowdsurfers niet tellen. Bovendien werd nog opgeroepen om als een surfer te gaan staan op een crowdsurfer. Spannende taferelen kregen we hierdoor te zien. Als extra showelementen werden nog gekleurde opblaasballen en bij ‘If It Means A Lot To You’ tientallen rollen wc-papier losgelaten over de massa tot groot jolijt van de fans. ADTR deed wat ze moesten doen en dat was entertainen met gebalde catchy songs, verfrissend bij deze exotische temperaturen.
Over de zangkunsten van Dave Mustaine zijn al menig stukjes geschreven. Feit is dat Mustaine nooit een goede vocalist is geweest, maar zijn beperkte zang wonderwel bij een act als MEGADETH (**) past. Een band waar het nog steeds om de thrashriffs draait en de zang eigenlijk de muziek niet moet dragen. Dat Mustaine op veel momenten tijdens de show op Graspop dan ook miserabel klonk, gaan we dus maar meteen met de mantel der liefde bedekken. Megadeth speelde een set die vooral het oudere werk liet horen, met ‘Dystopia’ als een recentere uitschieter erbij. De band startte sterk met ‘Hanger 18’ en zette het optreden mooi verder met ‘Dread And The Fugitive Mind’, ‘Sweatin Bullets’ en ‘Angry Again’, waarbij de songs met de Belgische drummer Dirk Verbeuren wel heel strak gespeeld werden. Zelfs de rampzalig gezongen nummers als ‘The Conjuring’ en ‘A Tout Le Monde’ klonken hierdoor nog heel acceptabel. Maar met een setlist die verder nog songs als ‘Dystopia’, ‘Trust’, ‘Symphony of Destruction’, ‘Peace Sells’ en afsluiter ‘Holy Wars... The Punishment Due’ kon de op het einde zelfs nostalgische en emotioneel klinkende Mustaine sowieso weinig verkeerd doen bij de fans. Al misten we wel hun kraker ‘In My Darkest Hour’.
In tegenstelling tot Megadeth is WHITESNAKE (**) wel een band waar de zang de muziek grotendeels moet dragen. En waarbij alle ogen dan ook op frontman Coverdale gericht zijn. Gelukkig weet Coverdale zijn mindere zangprestaties al jaren te camoufleren door de rest van de band te laten meezingen en de microfoon te pas en te onpas richting publiek te duwen. We hebben met deze tactiek de laatste twintig en zelfs meer jaar leren leven en bij deze band gaat het dan ook nog grotendeels om de fijne klassiekers die ze nog steeds live spelen. Whitesnake opende knap met de Deep Purple-klassieker ‘Burn’, zette de show mooi verder met songs als ‘Slide It In’, ‘Love Ain’t No Stranger’ en ‘Slow And Easy’. Waarbij het bij een song als ‘Fool For Your Loving’ bijvoorbeeld wel goed hoorbaar was dat gitarist Reb Beach er niet bij was. Al trok Joel Hoekstra ook wel op zijn eentje zijn plan en kregen ook songs als ‘Is This Love’, ‘Gimme Me Al Your Love’, ‘Here I Go Again’ en ‘Still Of The Night’ een mooie uitvoering. Al had een tweede gitarist de gitaarproblemen tijdens wel ‘Is this Love’ wel wat kunnen maskeren. En ook al zien we Tommy Aldridge op zijn 72 jaar met zijn legendarische krullenbol nog graag drummen, de drumsolo tijdens het overigens erbarmelijke gezongen ‘Crying In The Rain’ was er toch wat te veel aan. Net zoals de te lang uitgesponnen gitaar- en keyboardsolo’s. Het heeft iets ouderwets waar deze act maar aan blijft vasthouden, al zijn het waarschijnlijk ook wel mooi pauzes voor de stem van Coverdale. Al zullen we het langs de andere kant, aangezien dit de ‘Farewell Tour’ was, het ook wel missen in de toekomst.
Als headliner zat er toch wel behoorlijk wat druk op WITHIN TEMPTATION (**), het gevaar bestaat immers dat de show te voorspelbaar wordt. Maar deze editie zou toch wat nieuwe elementen aan het licht brengen. De niet meer zo jonge maar nog altijd patente zangeres Sharon Den Adel vervulde meer dan ooit de hoofdrol. Ze draaide misschien niet meer zoals vroeger minutenlang cirkels met haar lange haar, maar haar stem was beter dan ooit (al deed hier en daar het gerucht de ronde dat ze daar ‘enige hulp’ bij kreeg). Uiteraard is de groep bekend vanwege hun symfonische metal met indrukwekkende orkestratie, maar het werd deze keer nooit echt té bombastisch. Die ommekeer werd al wat duidelijk bij hun laatste album, waarvan slechts drie songs werden gespeeld. De interactie met het publiek was duidelijk intenser dan vroeger en bij momenten werd Sharon zelfs wat emotioneel. De vlag van Oekraïne werd bovengehaald bij ‘Raise Your Banner’. Uiteraard konden bekende nummers als ‘Stand My Ground’ en ‘Ice Queen’ niet ontbreken en vooral in dat laatste demonstreerde Sharon haar loepzuivere stem. Men zou bijna vergeten dat hier ook nog uitstekende muzikanten aan het werk waren. Qua spektakel waren er misschien net wat minder pyrotechnische hoogstandjes, maar het podium met een groot masker centraal en de videoprojecties op de achtergrond mochten er zijn. De obligate afsluiter ‘Mother Earth’ maakte een einde aan een degelijk optreden. (CB)
SCORPIONS (**) verrastte dit voorjaar vriend en vijand met een ouderwets rockende nieuwe schijf. Ondanks hun lang overschreden pensioengerechtigde leeftijd weten ze daarmee hun bestaansrecht nog steeds te rechtvaardigen. Althans wat betreft studiowerk want live is de motor al enkele jaren aan het sputteren. Vooral zanger en boegbeeld Klaus Meine had op GMM last van ouderdomsslijtage, wat enigszins logisch is gezien zijn leeftijd. Maar de verplichte rustpauze tijdens de coronapandemie heeft zijn stembanden blijkbaar deugd gedaan want alhoewel nog steeds fragiel klinkt de 74-jarige toch een stuk toonvaster dan vroeger. Weliswaar starten de Duitsers terug als een diesel, enerzijds door vier nieuwe nummers alsook de verplichte ballads ‘Send Me An Angel’ en ‘Wind Of Change’, inclusief aangepaste tekst n.a.v. de oorlog in Oekraïne, anderzijds door een statische en gedoseerde aanpak, waarschijnlijk uit verplichte noodzaak om het einde van de show te halen. Nochtans was het door de hitte vermoeid publiek bereid om op dit nachtelijk uur nog één keer uit de bol te gaan en dat kon enkel met de klassiekers. En die krijgen we tijdens de grote finale met ondermeer ‘Blackout’, ‘Big City Nights’ en ‘Rock You Like A Hurricane’. Aangevuurd door het stevig drumwerk van Mikkey Dee en met de hulp van een prachtige lichtshow en een spectaculaire videowall wordt het toch nog een nostalgisch en genietbaar schouwspel. De ‘never ending’ afscheidstour kan dus met een gerust gemoed weer wat verlengd worden!
MARQUEE
Voor het Duitse DISILLUSION (**) moet de haperende techniek, die hun openingssong voor de helft in stukjes knipte, ongetwijgfeld een desillusie geweest zijn. Gelukkig lieten ze het niet aan hun hart komen en speelden ze hun technische en progressieve death metal met het nodige élan. Met drie gitaristen waren we verzekerd van een voldoende solide riffbasis terwijl flitsende leads langsvlogen of een akoestisch stukje voor een ingetogen moment zorgde. En zodra de technische shit achter de rug was, werd het pas helemaal genieten. Een ideale opwarmer voor wat een bloedhete dag zou worden.
Het Nederlandse DOOL (*) met de androgyne zangeres Ryanne van Dorst blijft een raadsel. Waar de band vroeger vooral doom metal bracht, sijpelen nu meer commerciële invloeden door. Sommige songs hebben een wat poppy refrein, terwijl wat later terug de slepende riffs door nota bene vier gitaristen het heft overnemen. De setlist kwam vooral uit hun laatste album ‘Summerland’ en een cover van Killing Joke. De zang is wat wisselvallig, maar vooral in de doomy passages kan de groep toch schitteren. Met een gerichte aanpak zit er heel wat potentieel in de band, maar nu was het net niet overtuigend genoeg.
Na in de black metalscene berucht te zijn geworden als frontman van Gorgoroth en God Seed, zette Gaahl enkele jaren geleden zijn eigen muzikale visie uit met Gaahls WYRD (***). Met een stel absolute topmuzikanten om zich heen steeg de populariteit van deze Noren in sneltempo en met reden. Hun liveshows sloegen ons al eerder met verstomming, maar nu schakelden ze nog een tandje hoger. Terwijl de muzikanten als wilden over het podium hosten, wandelde Gaahl er als zijn onderkoelde zelf rustig tussendoor, waarbij hij zijn typerende ijzige, angstaanjagende blik opzette en ondanks de hitte zijn lederen jas doodleuk aanhield. Alsof hij over ingebouwde koelelementen beschikt! Hoe dan ook, zijn stem was weer fenomenaal (zowel zijn diepe bariton als zijn growls) en we kennen niet één black metalzanger noemen die zijn krijsen zo lang kan aanhouden. Dit was een toonbeeld van hoe Noorse black metal op zijn best klinkt.
Het Spaanse ANGELUS APATRIDA (***) was op het allerlaatste moment toegevoegd als vervanger op de affiche. Deze thrash metalorganisatie uit Madrid deed waar het goed in is. Ze beukten namelijk de hele Marquee aan gort met hun aanstekelijke Bay Area-mix. Een vleugje Slayer, Pantera en vooral Exodus en de moshpit was niet weg te krijgen. Toen daar ook nog een serieuze wall of death overheen kwam, kon het feest niet meer kapot. Met nummers al ‘Indoctrinate’, ‘We Stand Alone’ en afsluiter ‘You Are Next’ waren de laatste twijfelaars over de streep getrokken en klonk er een luid applaus voor de prestatie van deze band.
Binnen de black metalwereld is Stéphane Paut, beter bekend onder zijn artiestennaam Neige, een absoluut buitenbeentje. Met zijn band – of noem het liever alter ego – ALCEST (**) creëerde hij zowat een eigen genre dat weleens blackgaze wordt genoemd. Met succes, want toen hij samen met zijn vaste drummer Winterhalter en zijn live gitarist en bassist de tonen van ‘Les Jardins de Minuit’ inzette, stond de tent al bomvol. Uit de jongste langspeler ‘Spiritual Instinct’ kregen we nog twee tracks, stuk voor stuk nagenoeg perfect gespeeld. Met ALCEST is er geen tussenweg: je houdt van die bevreemdende geluidsmuur boordevol emoties of je vindt het maar niets. Een deel van het publiek droop dan ook snel af, de rest liet zich maar al te graag in vervoering brengen. De oudere songs zoals ‘Écailles De lune - Part 2’ en ‘Autre Temps’ dragen meer black elementen in zich, terwijl in de recente songs de ambient getinte stukken af en toe de bovenhand halen. Afsluiten deed Neige met ‘Délivrance’ uit het album ‘Shelter’, waarmee het duo internationaal echt doorbrak.
PARADISE LOST (***) greep het alweer talrijk opgekomen publiek meteen bij de keel met ‘Enchantment’, de fenomenale openingstrack van hun inmiddels ruim een kwart eeuw oude succesalbum ‘Draconian Times’. Een bloemlezing uit hun carrière werd het evenwel niet, want Paradise Lost heeft met ‘Obsidian’ een nieuw (en al even sterk) album uit en sneed dat snel aan met het donker klinkende ‘Forsaken’ dat ons op een of andere manier aan Killing Joke doet denken. Met ‘Embers Fire’ en ‘Say Just Words’ blikte de band (luidkeels toegeschreeuwd) nog even terug in de tijd om dan terug te keren naar het recentere werk en met ‘Ghost’ een schitterende finale neer te zetten. Wat ons betreft hadden ze gerust met Heilung mogen omgewisseld worden, want de Britse band is beslist een headliner-waardig alternatief.
Hoe groter kon het contrast zijn? Emoties van droefheid en verscheuring onder het dak van de Marquee op een dag waar de zon koningin te rijk is. De visuals zijn altijd al een belangrijk onderdeel geweest bij de shows van AMENRA (***) en dat was deze keer niet anders. Direct werd je overvallen door de bijtende pijn van de band in combinatie met de wanhopige maar krachtige vocals van Colin en wederom was het o zo mooi. Amenra is een entiteit of je er nu van houdt of niet. We ondergingen deze messe tristesse met plezier en de tranen smolten samen met het zweet. Uiteindelijk primeerde een gevoel van verlossing, dit was kunst. Kritiek viel enkel te geven op het geluid dat in het begin heel schel door tent galmde. Maar wat is dit voor een muggenzifterij in een wereld die binnenkort naar de kloten is. Met Amenra gaan we in stijl ten onder.
Op GMM 2018 was HEILUNG (*) zonder twijfel één van de revelaties van het weekeinde, waarbij ze maar bleven doorgaan en het volk in trance brachten terwijl de stroom wel zes keer plat ging. Dat probleem hadden ze niet, waardoor hun groots opgezette mix van theater en muziek wel ten volle overkwam. Met hun re-enactment van heidense shamanenrituelen laten ze mythen en geschiedenis van 2000 jaar oud terug tot leven komen, waarbij de percussie met zelfgemaakte instrumenten van hout, dierenvellen en bot de hoofdrol speelt. Helaas kwamen we er nu niet echt van in trance, maar raakten we wat verveeld door de constante herhaling. Waren we er zelf niet helemaal voor in de stemming of wordt stilaan duidelijk dat Heilung enorm veel risico loopt om een one trick-poney te worden indien ze hun sound niet verder opentrekken? We weten het niet, daar kon zelfs die imposante bende krijgers met schilden en speren niks aan veranderen.
METAL DOME
Vrijdag in de Metal Dome begon met het onbekende TEMPT (***) uit New York City. Vier enthousiaste gasten die met veel spelplezier en beweging op het podium zorgden voor vrolijke gezichten op dit vroege tijdstip. Heerlijke rock hoorden we voorbijkomen door een netjes afgekleed kwartet. De heren eindigden met de snelle uitvoering van ‘We Will Rock You’ van Queen wat door de steeds voller gelopen Dome massaal werd meegezongen. Nadien begaf men zich gelijk tussen het publiek. Tempt heeft heel wat zieltjes gewonnen op deze vrijdag.
Daarna kwam de hobbyband van Steve Harris het podium op. Na het succesvolle optreden van Iron Maiden de avond voordien was het nu de beurt aan BRITISH LION (*). Met inmiddels twee albums in hun zak werd de set dan ook netjes verdeeld over deze platen. Toch kon de band niet helemaal overtuigen in de grote Metal Dome. Ondanks dat het publiek met wat ‘oohs’ en andere meezinggeluiden werd meegenomen is de kwaliteit van de nummers toch niet van dien aard dat het allemaal lekker liep en bleef hangen. Je vraagt je zelfs af of zonder Steve Harris deze band überhaupt op het affiche zou hebben gestaan.
Eerder noemden we Alcest in de Marquee al een buitenbeentje en dat predikaat geldt evenzeer voor SLOPER (**). De band rond drummers Mario Goossens (o.a. Triggerfiner) en Cesar Zuiderwijk (Golden Earring) kon amper een halve tent bekoren. Enerzijds vrij logisch want de songs mogen dan een stevige basis hebben, ze liggen iets te ver van hardrock (laat staan metal) af om het Graspop-publiek in te pakken. Anderzijds een spijtige zaak, want de klasse van het slagwerkduo en hun spectaculaire, bij momenten perfect synchrone drumwerk is onmiskenbaar een streling voor het oor. En het oog, want Mario en Cesar triggeren elkaar constant op een bijzonder vermakelijke manier. Dat vond ook Steve Harris die vanuit de coulissen mee stond te genieten en eerder achter de schermen al zijn eer had betoond aan Cesar. Gitaristen Pete Shoulder en Fabio Canini kweten zich uitstekend van hun taak en stuwden de songs telkens weer naar een climax. Opener ‘Mind Melter’ zette de toon voor een wel heel divers klinkend concert met nu eens stevige bluesinjectie (‘Painting Open Windows’) en dan weer een heerlijk rockende drive (‘Struck By Lightning’). Tijdens ‘WWW’ vochten de heren een drumoorlogje uit en vooral de drummers onder ons keken met open mond toe. Met het surfachtige ‘I'm Gonna Getcha’ kwam er (te vroeg) een einde aan de (te korte) show.
THE VINTAGE CARAVAN (**) uit IJsland staat altijd garant voor lekkere vintage hardrock. Ook bij deze passage stelden ze niet teleur. De speelse agressie van het trio zoog alle energie naar zich toe en het publiek liet zich dat welgevallen. De songs werden meegebruld alsof het hier over een headliner ging. Dat elk nummer goed in het oor ligt is daar niet vreemd aan natuurlijk en ook het aanstekelijke enthousiasme kreeg al snel navolging. The Vintage Caravan bivakkeert regelmatig in ons land en na elk optreden hebben ze een pak meer fans. Dat zal de volgende keer niet anders zijn en de Metal Dome zal snel te klein zijn.
Met graphics die zo van Tool zouden kunnen komen warmde ZEAL & ARDOR (***) een al snikhete tent nog wat verder op. Het publiek applaudisseerde luid bij het opkomen van Manuel Gagneux en zijn crew en zat direct in een bol van enthousiasme en begeestering. De Metal Dome liep redelijk goed vol, want je mag niet vergeten dat Megadeth overlappend de North Stage aan het betreden was. De combinatie van soulvolle gospel met indrukwekkende zangpartijen werd uitstekend gebracht. Manuel werd daarbij ondersteund door twee backing vocals die bij vlagen impressionant. Overkwamen. Strakke grooves zorgden voor veel afwisseling en de black metal tussenpassages werden ook heel goed uitgevoerd. Het gevoel was uniek, een machtige ervaring.
Enkele jaren geleden bewees de Frans/Engelse James Kent al dat er voor een dansbare act als PERTURBATOR (**) zeker plaats is op Graspop. Dit jaar kwam de jongeman dat samen met zijn vaste live drummer nog eens dunnetjes overdoen voor een beduidend vollere Metal Dome, maar dat gebeurde helaas niet zonder slag of stoot. Zo werd er bijvoorbeeld voor onduidelijke redenen al flink te laat begonnen en zat tijdens de eerste paar songs het geluid verre van snor. Kent zelf, die tegenwoordig niet enkel zijn batterij synths bedient, maar ook regelmatig gitaar speelt, maakte bovendien een licht nerveuze indruk en zodoende kende de show toch ietwat een valse start. Vanaf de kraker 'Neo Tokyo' vielen de puzzelstukjes echter op hun plaats en kon het dak eraf geblazen worden. Plots vlogen de pulserende soundscapes en opzwepende beats ons om de oren en ging een groot stuk van de tent in overdrive op de donkere en soms wat groezelige synthwave met, hoe kan het ook anders, een behoorlijk vettige eighties-rand. De songs van het laatste werkstuk 'Lustful Sacraments', waarop toch meer de kaart van de post-punk getrokken wordt, sloten naadloos aan op het oudere werk en werden door het publiek met even grote open armen ontvangen. Het verliep dus aanvankelijk wat moeizamer dan de vorige keren, maar toch maakte Perturbator wederom grote indruk op een publiek dat doorgaans eerder voor gitaren dan keyboards kiest.
JUPILER STAGE
Misten we nu een bassist op het podium van OUR HOLLOW, OUR HOME (**)? In elk geval was de energie er niet minder om. Al vanaf ‘Better Daze’ ontstond de eerste pit. De metalcoreband met prima cleane zang presenteerde vervolgens andermaal een onophoudelijke stroom van acties en breakdowns. The shit hits the fan, en dat drie kwartier lang; zo zou je dit optreden van Our Hollow, Our Home gerust samen kunnen vatten. Conclusie? De rij van labels die in de wacht staan om deze nog immer niet opgepikte band, wordt er vast niet korter op met optredens zoals deze.
EMPLOYED TO SERVE (***) zette een mokerharde set neer op één van de heetste momenten van de dag. De, zoals frontvrouw Justine Jones het zelf noemde, ‘moshies’ hadden weinig aanmoediging nodig om los te gaan in een lompe pit. Gelukkig heeft deze band meer te bieden dan alleen harde breakdowns en mosh parts. De groovende, langzamere stukken lenen zich prima voor een fijn potje headbangen. Dus ook voor hen die het rustiger aan wilden doen was het genieten. De interessante tempowisselingen en dynamische podiumpresentatie van de band houden moeiteloos de hele set de aandacht vast. Een band in topvorm.
Er. Was. Geen. Doorkomen. Aan. Nee, de Jupiler stage was duidelijk veel en veel te klein voor het Oekraïense JINJER (***). En voor wie iets anders durft te beweren: dat heeft niets met medelijden over de oorlog in het thuisland van de band te maken, maar met de kwaliteiten van het viertal zelf. Niet voor niets sierde de band al menig cover - waaronder die van Rock Tribune - en dus had de organisatie beter moeten weten. De band deerde het overigens niet, maar werkte zich stoïcijns door het materiaal heen. Zangeres Tatiana Shmayluk zag er in groen met zwart weer prachtig gestyled uit. Was ze niet zo’n verschrikkelijk goede zangeres geweest, dan had ze altijd nog mode-icoon kunnen worden. Jinjer kwam, zag én overwon. Laten we hopen dat dat ook voor het thuisland geldt.
‘Geen idee wie het een goed idee vond om ons een uur te laten spelen, maar hier zijn we’, aldus Stick To Your Guns-frontman Jesse Barnett. Het was echter vooral de vraag wie het een goed idee vond om deze band na het Oekraïense Jinjer te laten spelen. STICK TO YOUR GUNS (***) werd immers op vier shows in Europa geweigerd, omdat Barnett Pro-Poetin uitspraken zou hebben gedaan. Deed hij daarom misschien ook opzichtig een extra shout out naar ‘hun vrienden van Jinjer’? Nochtans was het muzikaal gezien dik in orde, bij de mannen uit Orange County. Vanaf opener ‘Nobody’ werd luidkeels meegezongen en toen Barnett aangaf een weddenschap gesloten te hebben met gitarist Chris Rawson of er nu wel of geen circle pit om de geluidstoren zou komen, kun je wel raden wat er gebeurde. A Day To Remember zette eerder op de dag een nieuwe trend, die ook bij Stick To Your Guns vervolgens met succes werd gebezigd: crowdsurfen op een crowdsurfer (oftewel: de crowdsurfersurfer). Levensgevaarlijk en spectaculair tegelijkertijd. Daarmee zorgde de band los van alle politiek voor hét hardcorefeestje van de dag en misschien wel van heel het festival.
Check morgen onze website voor deel 3 van ons verslag.