AUDREY HORNE: Donker egoïsme met positieve eigenheid
Als er iets is waar we in deze bizarre tijden nood aan hebben dan is het wel plezier maken. Wat dat betreft ben je aan het juiste adres bij het Noorse AUDREY HORNE. De heren maken zich op om hun zevende album op ons los te laten. Andermaal word je als muziekliefhebber weer ontzettend goed gezind wanneer de negen songs op ‘Devil’s Bell’ de revue passeren. Eenzelfde gevoel dat ons overvalt wanneer we met zanger Toschie spreken.
Toschie, sta ons even toe de essentie van jullie nieuwe plaat samen te vatten. ‘Devil’s Bell’ tovert een glimlach op ons gezicht en iets zegt dat ons we niet de enige zijn. Was dat jullie uitgangspunt: laten we de mensen gelukkig maken?
‘Het doet goed om dat te horen over onze muziek. Toch was het niet onze intentie. Weet je, als wij werken aan nieuwe muziek dan willen we dingen maken die wij zouden kopen. Noem het gerust een vorm van egoïsme. We stellen als het ware onszelf op de eerste plaats. Iets wat veel muzikanten doen. Door de jaren heen zijn we natuurlijk gegroeid. De eerste drie albums kwamen tot stand door apart aan tracks te werken. In de studio gingen we dan ook zo te werk. Eerst de drums, dan de gitaren en ga zo maar verder. Op een bepaald moment voelde het allemaal een beetje als werk en dat was niet oké. We zijn dan terug naar de basis gegaan: het repetitiehok. Plots werkten we als eenheid aan materiaal waardoor er een dynamiek ontstond die zich keihard liet horen in onze sound. We hadden bovendien heel veel lol. Zo is ‘Youngblood’ ontstaan dat in 2010 uitkwam. Vanaf dan wisten we dat dit onze werkwijze moest worden. Wij willen plezier maken. In de studio, op cd en zeker live. Die aanpak heeft ondertussen zijn vruchten afgeworpen en daar zijn we fier op.’
Wanneer artiesten lang volgens een bepaald stramien werken durft er al eens een sleur ontstaan. Is er bij jullie geen drang om te gaan experimenteren na zoveel geslaagde releases?
‘De ironie wil dat we plannen begonnen maken voor ‘Devil’s Bell’ nog voor maart 2020. Onze vorige cd ‘Blackout’ verscheen in 2018 en die hebben we ruimschoots live kunnen promoten. We beginnen dan onderling te praten over hoe we de dingen zien voor een volgende stap. Meestal ontvouwt er zich dan een heel plan dat we dan totaal niet volgen en uitmondt in iets helemaal anders, maar dat zijn wij. Plots werden we echter geconfronteerd met een situatie die heel de wereld gijzelde. We konden niet meer samenkomen om aan deuntjes te sleutelen. We moesten dus met iets anders op de proppen komen. Onze gitaristen Arve en Thomas zijn dan beginnen schrijven en stuurden mij hun ideeën door. Ik verzon daar dan melodieën en zanglijnen bij. Voor we het wisten hadden we genoeg materiaal. Het was echter verboden om met z’n allen in de studio te bivakkeren dus moesten we wel apart opnemen. Dat was niet van harte, maar het album moest er wel komen. We zijn dus tegen onze natuur in gegaan en toch kunnen we nu allemaal fier zijn op het resultaat.’
“We zijn beïnvloed door vele bands en dat hoor je zeker. Als echter iemand vraagt hoe we klinken moet het antwoord Audrey Horne zijn.”
De mensen blijven vast en zeker achter met een goed gevoel als ze het nieuwe werk zullen horen, toch is het een redelijk duister en donker iets geworden. Songtitels als ‘Animal’, ‘All Is Lost’ of ‘From Darkness’ zijn niet direct sprookjes waar je vrolijk van wordt. Toch laten ze je niet achter in depressie.
‘Het klopt inderdaad. De teksten zijn redelijk donker. Iets wat ook heel bewust is gekomen. Het weerspiegelt een beetje de maatschappij waarin we vandaag leven. Let op, ik ga niet beginnen preken. Ik wil gewoon verhalen vertellen die vrij universeel zijn. Muzikaal is het deze keer ook een beetje heaviër dan op ‘Blackout’ en het paste ook prima bij hoe ik me voelde. We zijn een band die gevoel in een nummer legt. Niets meer, niets minder.’
Al sinds het begin van Audrey Horne zitten jullie in het keurslijf van een metalband. Iets waar wij niets op tegen hebben, maar Audrey Horne is toch zoveel meer dan dat. Jullie kunnen een ongelooflijk breed publiek aanspreken als jullie dat zouden willen. Uit ons vorige gesprek in 2018 weten we dat jij dat ook zo ziet. Toch kunnen we er niet onderuit dat ‘Devil’s Bell’ eigenlijk een lange ode is aan old school heavy metal. We horen Iron Maiden, Scorpions en Ozzy Osbourne terug. Doen jullie dat erom?
‘Ja en neen. Wat we zeker niet doen, is iets met opzet maken dat klinkt als Ozzy, Scorpions of noem maar op. Zoals ik al zei, maken we muziek die we vooral zelf zouden kopen. Als die artiesten die jullie opnoemen zijn mensen die ons hebben beïnvloed. Zeg gerust gevormd. We stellen ook ons constant de vraag of het niet te hard klinkt als deze of gene groep. Het antwoord daarop moet steeds neen zijn, het is Audrey Horne. Tegelijk eren we onze helden graag, maar dan met een eigen toets.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 206.