... / Story's / Markant / COBRA THE IMPALER: Goeie dynamiek als formule
Markant

Updated 24/06/2024

Markant

COBRA THE IMPALER: Goeie dynamiek als formule

Met het debuut ‘Collosal Gods’ uit 2022 zette de Belgische metalband Cobra The Impaler zichzelf direct neer als een nieuwkomer om rekening mee te houden, ook internationaal. Opvolger ‘Karma Collision’ doet daar nog een schepje bovenop, met tien nieuwe nummers die net weer een stapje verder gaan. We hadden het genoegen om met gitarist en bandleider Thijs de Cloedt te praten over alles wat er sinds het veelgeprezen debuutalbum is gebeurd en hoe het nieuwe album is ontstaan.

Wanneer we beginnen, vertel ik Thijs over de omschrijving die onze oudste zoon van 17 jaar gaf toen ik Cobra The Impaler noemde, namelijk een kruising tussen Mastodon en Gojira: ‘Dat zijn wel twee bands die ik zeer goed vind, en de rest van de groep ook allemaal. Het hele initiële doel was eigenlijk om iets te doen dat gitaartechnisch was, muziek die wel heavy is, maar die door de cleane zang een mooie extra laag van muzikaliteit brengt. Ik hou van extreme muziek, van death metal, van black metal, maar ik mis vaak wel dat zo'n heavy band cleane zang heeft. Zoals vroeger Iron Maiden of Judas Priest, de old school bands waar je mee opgroeide. Black Sabbath, Alice in Chains, Soundgarden. Dat was eigenlijk een beetje de doelstelling van Cobra, om echt gitaar-heavy te gaan, maar wel met cleane zang. En dat is ook iets waar Mastodon zeer goed in is, zij hebben ook die invloeden van de classic rock, Led Zeppelin, Thin Lizzy. Allemaal bands die wij ook zeer goed vinden. En Gojira is zeker ook een heel goed voorbeeld. We kennen ze ook al heel lang. Ik heb lang bij Aborted gespeeld en dan hebben we nog heel in de begindagen met Gojira wat shows gedaan. Ik heb die altijd wel zeer, zeer goed gevonden in alles wat ze doen.’

Cobra © Nick Kuschak

Het nieuwe album is vrij organisch ontstaan, aldus Thijs: ‘We werken met dezelfde ploeg, dus er is een stevige basis. Ik heb de laatste twee jaar veel riffs gemaakt. Het vertrekpunt voor nieuwe nummers is altijd heel riff-based. Na de ideeën voor riffs worden die nummers in elkaar gepuzzeld. Ik maak altijd de songs thuis als demo's. Daarna gaan onze zangers ermee aan de slag. Voor mij is het ook altijd een hele leuke verrassing om dan te horen waar vooral Michélé mee terugkomt. Dat is soms heel verrassend, dat ik echt niet verwacht. Het is gewoon een hele goeie dynamiek, een hele goeie samenwerking. Dus dat is een beetje de formule achter onze band.’

Wederom heeft Thijs, die ook een gevierd designer is, het artwork voor de nieuwe plaat zelf gemaakt. Hij neemt de complimenten voor dit fantastische staaltje werk bescheiden in ontvangst: ‘Eigenlijk is het maken daarvan een beetje een puzzel en dat begint met een paar bouwstenen, een basisconcept. Net als de muziek en de teksten. Ik werk heel lang aan het artwork, tot op het punt dat ik echt zeg van: ja, dit is het gewoon. Het begint met bepaalde ideeën, dingen bij tekenen, dingen weer weglaten. En dan groeit dat in je hoofd. Het visuele gedeelte van het album hoort ook bij het concept. Het sluit aan bij waar de teksten over gaan, maar ik vind het ook leuk om niet te veel weg te geven. Laat mensen het vooral zelf invullen. Dus ik vind het tof om niet te letterlijk te gaan in bepaalde zaken. De verbeelding van mensen mag daar iets in zien.’

Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 223.