Even terug naar 2015. Toen wees je Abbath de deur.
‘Dat was een logische stap om te maken. Als je al heel lang een band hebt, komen er al eens meningsverschillen boven water en dan komen en gaan er bandleden. Soms moet je dan moeilijke, maar belangrijke beslissingen nemen om je band gaande te houden. Toen Abbath en ik de band destijds opstartten, was er totaal geen vuiltje aan de lucht. We waren een tweekoppig monster met de neuzen in dezelfde richting en de songs werden als vanzelf geschreven, gezien we dezelfde muzikale visie deelden. Later kwamen er problemen, dus was de conclusie duidelijk voor mij. Ik werk voortaan met sessiemuzikanten waar ik vertrouwen in heb, maar ik schrijf alles zelf en hoef aan niemand rekenschap af te leggen.’
Abbath zei me wel dat hij spijt had van de breuk. Hij leek eerlijk toen hij aangaf dat je niet meer met hem kon werken door zijn alcohol- en amfetaminegebruik, maar tegelijk leek hij de gevolgen van dat misbruik op de band wel steeds te minimaliseren. Ik kan me voorstellen dat het niet makkelijk was.
‘Het wordt op een zeker moment wel degelijk gemakkelijk. Je komt namelijk op een punt waarop je echt niet meer kan samenwerken. Abbath was in 2002 al eens op eigen beweging uit de band gestapt. Hij had er allemaal geen zin meer in en was alles beu, waarna hij bij de pers een groot verhaal ophing over hoe hij liever stopte nu we aan de top stonden. Ik probeerde in 2007 de band weer bijeen te krijgen, wat tenslotte lukte. We namen ‘All Shall Fall’ op en er volgden concerten, maar een tijdje later rezen er toch weer problemen met hem. De hoofdreden van de breuk daarna lag echter niet bij één persoon, maar bij het feit dat de geest van Immortal wég leek te zijn. De muziek ging eronder lijden en alles ging de verkeerde weg op. De enige manier om Immortal weer op de sporen te krijgen, was alles herbezien zoals ik dat toen deed. Anders was er nu van Immortal geen sprake meer geweest.’
Immortal lijkt na Abbaths vertrek een deel van zijn drive te zijn verloren. Het duurde drie jaar voordat je na met ‘Northern Chaos Gods’ kwam aanzetten en daarna bleef het weer vijf jaar stil. Ik had verwacht dat de release van ‘Northern Chaos Gods’ op zijn minst live zou worden ondersteund, maar het bleef oorverdovend stil.
‘Het grootste probleem was volgens mij de timing. Er liepen allerlei zaken scheef, Horgh en ik kregen meningsverschillen die tot een rechtszaak leidden en dan kwam er nog eens de pandemie bovenop. Het leek wel alsof alle krachten samenspanden tegen het heropstarten van Immortal, terwijl ik enkel maar dacht aan het maken van een nieuwe plaat. Voor mij had het maken van een nieuw album prioriteit op het live spelen. Ik wilde dat we er weer écht stonden met goede muziek. Je kan altijd wel live spelen, maar goede platen maken is veel belangrijker. Dat verwachten de fans van je en ze hebben nu iets meer tastbaars in handen dan wanneer we die energie enkel in shows hadden gestoken.’
Is de titel ‘War Against All’ geen stiekeme of onbedoelde verwijzing naar je ervaringen in rechtszalen de laatste jaren.
‘Wel, in zekere zin is dat inderdaad een gepaste titel, haha. Toch heeft het daar weinig mee te maken. Ik hield altijd al van titels die kort, krachtig en vol weerstand en rebellie zijn. Kijk naar Metallica’s ‘Kill ‘em All’ of naar ons eigen ‘All Shall Fall’: dat zijn furieuze platen met een al even furieuze titel. Het gaat dus niet om een fysieke oorlog of een persoonlijke hetze, maar om de muzikale expressie van Immortal. De eerste song die ik schreef was ‘War Against All’, en vervolgens kwam ‘Return To Cold’. In het begin dacht ik om het album ‘Return To Cold’ te dopen, maar daar ben ik toch op teruggekomen. Dat heftige aspect van de titel past bij het rebelse van rock-’n-roll, daar hou ik van. Inmiddels is dit al de tiende plaat van Immortal en ik probeerde er in zekere zin mee terug te gaan naar hoe alles begon. Indien dus iemand kritisch wil zijn en zegt dat Immortal niks nieuws te brengen heeft, dan heeft die persoon gelijk! Ik blijf bij de ware expressie van wat Immortal voor me betekent, daarom ben ik er destijds ook mee begonnen.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 216.
