... / Story's / Markant / RUÏM: Rune Eriksen’s geesteskind
Markant

Updated 28/06/2023

Markant

RUÏM: Rune Eriksen’s geesteskind

We leerden Blasphemer (geboren Rune Eriksen) kennen toen hij destijds Euronymous’ schoenen moest vullen bij Mayhem en dat met verve deed, maar inmiddels is hij al vijftien jaar niet meer bij die band betrokken en heeft hij heel andere watertjes doorzwommen. Het was dan ook intrigerend dat hij plots een soloproject op poten zette om zijn black metalverleden nog eens te doen herleven op ‘Black Royal Spiritism – I – O Sino da Igreja’, het eerste deel van een trilogie.

Je hebt het erg druk, want je soloplaat onder het Ruïm-vaandel is net uit en je zit alweer in de studio met Vltimas!

‘Aan die Vltimas-plaat wordt al even gewerkt. Ik heb voor de opnames van de soloplaat al in Texas gezeten om met David (Vincent – MG) aan de nieuwe songs voor de tweede Vltimas te werken en nu zit ik er al voor in de studio. Maar die voorbereidingen zijn nodig gebleken, want het werken aan het Ruïm-album heeft me tussendoor wel helemaal gedraineerd. De songs daarvoor schreef ik grotendeels tijdens de pandemie en er moesten vooral details worden aangevuld, maar het ging allemaal wel erg hard en ik deed het leeuwendeel daarvoor alleen, dus dat was wel pittig. Maar het hield me bezig. Ik vind het fijn om weer eens een echte black metalplaat uit te brengen. Dat deed ik tenslotte niet meer sinds ik Mayhem verliet.’

Ruim © Mara D'eleán

Je hebt de laatste jaren de meest uiteenlopende dingen gedaan, want naast de black/death van Vltimas was er je doomband Ava Inferi, je progressieve band Earth Electric en was je in de weer met je black/thrash-makkers van Aura Noir. Dat verschilt allemaal enorm van wat je met Ruïm brengt.

‘Dat was ook de bedoeling. Natuurlijk zorgde de pandemie voor de nodige spanningen en werden we van onze vrijheden beroofd, wat de nodige emoties opriep en vragen over hoe het verder moest. En ook al kwam ik in die periode materieel niks tekort, toch was ik flink over de zeik omdat we opgesloten zaten. Niet dat dat de enige reden is waarom de plaat zo opgefokt klinkt. Ik hou ervan om de meest uiteenlopende dingen te creëren, van de heftigste en grauwste riffs tot iets wat overloopt van schoonheid en gevoeligheid. Met Ruïm wilde ik mijn duisterste gedachten kanaliseren, waarbij ik toch wat teruggreep naar wat ik destijds bij Mayhem deed. In zekere zin sluit ik er ook een periode in mijn leven mee af, want ik wil dat mensen Ruïm zien als mijn eigen black metalproject zonder aan Mayhem te denken. Dit is mijn eigen territorium, waar ik enkel mijn ding doe. Ik sluit er dus in zekere zin de Mayhem-cirkel mee. Niet dat ik vandaag een hekel heb aan die band, want ik amuseerde me rot en heb er geweldige platen mee geschreven. Het is echter vervelend dat je bij elke plaat die je maakt opnieuw wordt bestempeld als ‘de ex-gitarist van Mayhem’, terwijl dat inmiddels al vijftien jaar geleden is. Mensen moeten me afwegen op wat ik nu doe en op wat ik op mijn solodebuut laat horen, los van de jaren in Mayhem. Dit is wat ik vandaag doe, het is erg krachtig en dit is dan nog maar een debuut, dus laten we zien waar dit naartoe leidt.’

Natuurlijk is het voor labels marketing-gewijs handig om te kunnen zeggen ‘featuring Blasphemer, the ex-guitarist of Mayhem’, maar ik kan me voorstellen dat je dat na vijftien jaar beu bent.

‘Het is als een schaduw die over me blijft hangen. Ik geef er geen ruk om dat ik ooit bij Mayhem zat en ik heb nooit achteruit gekeken sinds de dag dat ik weg ging bij hen. Pas op, ik heb respect voor de bandleden vandaag en voor de muziek die ze maken, en ik heb ook helemaal geen hekel aan wat ik destijds in de band deed, maar het is echt niet tof om altijd weer door mensen op je verleden te worden gewezen. Soms komen mensen me vertellen dat ze pakweg ‘Chimaera’ zo’n geweldige plaat vonden. Heel leuk, maar ik heb een nieuwe start gemaakt en wil nieuwe dingen creëren. In zekere zin is dat ook de reden waarom ik ‘Fall Of Seraphs’ opnieuw opnam. Het was één van de eerste songs die ik rond 1995 voor Mayhem schreef en ik vroeg Proscriptor van Absu/Apsu om erop te zingen. Dat was mijn manier om te zeggen: ik kom terug uit bij het begin en sluit de cirkel hier af.’

Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 216.