Updated 03/05/2022
JOE SATRIANI: Kunstzinnig muzikant
Joe Satriani, ‘Satch’ voor de vrienden, mogen we gerust één van de meest eigenzinnige en kunstzinnige muzikanten van de laatste 35 jaar noemen. De inmiddels 65-jarige gitarist geeft veel anderen nog steeds het nakijken en staat in veel lijstjes onveranderlijk bij de absolute top. Met ‘The Elephants Of Mars’ brengt Satch zijn achttiende cd uit, of zijn het er nu toch negentien zoals het in de biografie van het label staat? We vragen het maar meteen als deuropener.
‘Dat zal altijd de eeuwige vraag blijven. Normaal gezien zijn het er achttien, maar het vroegere label Sony heeft beslist dat één van de EP’s er ook bij hoort en dat zette daarmee de teller bij veel mensen dus op negentien. En ik heb er zelf nooit een probleem van gemaakt, want uiteindelijk maakt het voor mijzelf niet zoveel uit. Maar nu ik er over nadenk, is negentien of zelfs achttien best wel een indrukwekkend aantal.’
De cd-titel is heel creatief en mysterieus.
‘De titel komt van een sciencefictionverhaal dat ik schreef. Het is een compleet gek verhaal van olifanten die samen met de kolonisten op Mars een revolutie beginnen, om uiteindelijk te gaan strijden tegen de aarde. Compleet absurd, maar dat kan je over veel van mijn titels zeggen. Het geeft ook een beetje aan hoe ik denk tijdens het schrijven van muziek. Je moet soms echt wel eens ‘out of the box’ denken als je iets origineel of spannend voor jezelf wil maken.’
Wat komt er eigenlijk eerst? De songtitel en dan de muziek, of schrijf je de muziek in functie van de songtitel?
‘Meestal komt de titel en de betekenis achter de song eerst. Al komt alles soms wel tegelijk ook. Terwijl ik de titel bedenk, krijg ik al een idee van hoe dat nummer gaat klinken. En ik schrijf altijd zoveel mogelijk titels op die ik kan gebruiken en die leidden mij dan naar hoe het uiteindelijk moet klinken. Zo blijf ik gefocust in wat er in die bepaalde song moet te horen zijn en elimineer ik alles wat niet met die titel te maken heeft.’
Zoals de song ‘Sahara’, waar je je als luisteraar ook wel in die woestijn bevindt bij het beluisteren.
‘Inderdaad en dat was iets dat ik vroeger ook al aan mijn studenten leerde. Ik liet ze altijd nadenken over de toonladders en akkoorden die ze leerden en vroeg er hun opinie over. Waar deden ze hen aan denken en welk gevoel kregen ze ervan? En dan leer je ook hoe je ze moet gebruiken om je publiek die gevoelens te geven. En zo zou iedereen over muziek moeten nadenken, eerlijk gezegd. Dan geef je zelfs ook een betekenis aan de ruimte tussen de noten en leer je de juiste noten bij het juiste gevoel te zetten. Een mooi voorbeeld zijn de eerste drie noten van het thema van de film ‘Jaws’. Ik liet mijn studenten dat thema met andere noten spelen en dan beseften ze dat het helemaal niet zo angstwekkend klonk. De juiste noten en pauzes in een nummer geven ook het juiste gevoel aan de song. Dat is iets dat de klassieke componisten al wisten en die klassieke muziek is een goede leerschool voor wie echt emoties in zijn muziek wil brengen.’
“Niet iedereen is geboren met bakken talent en als enkel getalenteerden muziek mogen maken, wordt het een saaie boel”
Als je terugkijkt naar je studenten, waar ben je meest tevreden over: over de creativiteit die ze laten horen of dat ze er toch in geslaagd zijn beroemde muzikanten te worden?
‘Ik denk toch beide. Het feit dat ik mijn studenten al kende van heel jonge leeftijd, maakt ook dat ik ze heb zien opgroeien met hun muziek. Steve Vai leerde ik gitaar spelen toen hij twaalf was en Kirk Hammett en Larry Lalonde van toen ze nog naar school gingen. En ik heb ze mooi zien opgroeien tot volwassenen die perfect wisten wat ze met hun muziek wilden doen en die hun droom verwezenlijkt hebben. Ik heb ze daar gewoon mee op weg geholpen en gedaan wat ik kon. Maar uiteindelijk waren het sowieso al natuurtalenten, die enkel wat moesten bijgeschaafd worden. En dat ze succesvol geworden zijn, wil zeggen dat ze goed zijn in hun vak en ook mijn missie geslaagd is.’
Het zal niet altijd een zegen zijn om als één van de absoluut beste gitaarspelers omschreven te worden. Hebben sommige mensen geen schrik om gitaar te spelen als je ergens binnenkomt of toevallig in de zaal bent?
‘Soms wel, maar van zodra ze mij ontmoet hebben, denken ze daar wel anders over. Ik ben echt een zacht ei op dat vlak. Ik ga nooit iemand bekritiseren als hij muziek staat te spelen. Ook al ben je barslecht, je kan er nog steeds van genieten en dat plezier mag je iemand nooit afnemen. Niet iedereen is geboren met bakken talent en als enkel de getalenteerden muziek mogen maken, wordt het een saaie boel. Af en toe word ik weleens door iemand uitgedaagd en die kan ik dan wel eens een lesje leren hahaha.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 207.