Updated 28/10/2022
NOTHING MORE: Vrije geesten
Het was een zwaar jaar voor Daniel Oliver, bassist van het progressieve rock- en metalkwartet Nothing More. De pandemie ging natuurlijk niemand in de koude kleren zitten, maar half januari brandde tot overmaat van ramp het huis van zijn ouders af. Zijn moeder en drie honden overleefden het vuur niet. Ondanks alles, heeft Oliver een opvallend positieve geest. Volgens de persoonlijkheidstest die de band naar aanleiding van het volgende maand te verschijnen nieuwe album ‘Spirits’ heeft ontwikkeld, is zijn persoonlijkheid ‘Fuse’. En laat optimisme nu net een karaktereigenschap van dat type persoon zijn.
Op ‘Spirits’ klinkt de band heaviër dan ooit tevoren. Iets wat Oliver kan beamen. ‘Het is bovendien zonder twijfel de meest progressieve muziek die we ooit schreven. Hoe het komt dat we nu heaviër klinken? We zijn altijd wel een heavy band geweest, maar bij ons stond melodie wel altijd op de eerste plaats. Heavy kwam bij ons pas op plek twee. Naar welke muziek we luisteren, speelt soms ook een rol. Toen we aan deze plaat gingen werken, zaten we in een Limp Bizkit-fase. Dat heeft er denk ik mede toe geleid dat de plaat van begin tot eind zo energiek klinkt.’
De band werkte twee jaar aan het album. Toch is het al vijf jaar geleden dat het kwartet voorganger ‘The Stories We Tell Ourselves’ uitbracht. Oliver: ‘Op het gebied van schrijven en opnemen zijn we altijd wat trager. En dat komt mede doordat we altijd alles zelf doen: eigenlijk op de laatste vier albums al. De enige traditionele studio die we huren, is voor het tracken van de drums. Puur vanwege de akoestiek. Zelfs de productie en mix doen we zelf: dat doet onze frontman Jonny Hawkins, samen met manager Will Hoffman. Alles wordt dus in huis gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat het product daar veel beter van wordt, maar het levert wel veel stress op en het werkt vertragend.’
Men zegt vaak dat albums als een soort snapshots zijn van een moment in de tijd. Hoe ziet dat snapshot van dit album er volgens Oliver uit? ‘Het eerste dat in me opkomt, is het beeld van een ouder die zijn kind optilt, en dat kind houdt zijn handen open naar de lucht om een ballon te pakken. Maar het kan er nét niet bij’, zo lacht Oliver, om het beeld vervolgens ook uit te leggen: ‘Alles frustreerde namelijk rond deze plaat. Van relaties tot aan de pandemie. Het lijkt erop alsof er bij elk album van ons wel iets dramatisch moet gebeuren, of het nu is dat iemand gaat scheiden of het uitmaakt met zijn vriendin. Rond deze plaat was er genoeg van dat alles.’
Met het grootste drama kreeg Oliver begin dit jaar te maken, toen bij de brand in zijn ouderlijk huis zijn moeder en drie honden om het leven kwamen. ‘We hebben ons er gelukkig doorheen geslagen. Ik ben dankbaar richting al mijn familie en vrienden voor de steun die ik heb gehad. Alles is goed nu’, zo mijmert hij. ‘Spirits’ zal voor hem dan ook voor altijd verbonden zijn met de dood van zijn moeder. Maar, optimist als hij is, vervolgt hij: ‘Bij elk album heb je wel te maken met een emotionele stempel die erop is gedrukt door wat je in de periode rond de totstandkoming doormaakt. Echter, de laatste jaren zijn heus niet alleen maar slecht voor mij geweest, hoor. Ik heb de beste én de slechtste tijden gekend. Ik ben in oktober bijvoorbeeld getrouwd. Dus er viel niet alleen veel te betreuren, maar ook veel te vieren.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 210.