Updated 17/08/2022
THUNDERMOTHER: Positieve ontwikkeling
Of de vier dames van Thundermother dagelijks ontbijten met een blik kerosine, blijft een goed bewaard geheim, maar feit is er dat de afgelopen twee jaar nauwelijks een band geweest is die meer concerten heeft gespeeld dan dit Zweedse viertal. Aan een rotvaart tourden ze het hele continent over en gaven overal waar de coronaregels het toelieten het beste van zichzelf. Tussendoor vonden ze ook nog tijd om een twintigtal songs te schrijven. Twaalf daarvan prijken op ‘Black and Gold’, hun inmiddels vijfde album. Wanneer we gitariste Filippa Nässil voor het scherm te zien krijgen, oogt de oprichtster van Thundermother dodelijk vermoeid.
Hoe zijn jullie erin geslaagd om twintig songs te schrijven als je nagenoeg constant op de baan bent?
‘Af en toe hebben we weleens een weekje vrij in ons schema en in plaats van dan even niets te doen, spreken we meteen af om songs te schrijven. Er gewoon even bij gaan zitten en wachten tot er iets gebeurt, staat niet op het menu. Die songs hebben we dan eerst gespeeld voor vrienden en collega’s uit de muziekwereld en samen met hen hebben we er de twaalf sterkste uitgekozen. De opnames verliepen zeer vlot, mede dankzij de ervaring van Søren Andersen die eerder al de mix voor ‘Heat Wave’ (2020) had gedaan en goed wist welke richting we uitwilden met deze nieuwe plaat. Hij kan best hard zijn in de studio, maar is ook een heel vriendelijke mens die het beste uit ons weet te halen. En we kennen elkaar binnen de band ondertussen zo goed dat het schrijven vlot en snel gaat. ‘Hot Mess’ bijvoorbeeld, dat pas verschenen is als single, hadden we in amper een uurtje klaar. Het bewijst dat we ook als het snel gaat goede nummers kunnen schrijven. We wilden ook geen drie jaar wachten om nieuw werk te brengen. We zijn een band die het moet hebben van veelvuldig op te treden en je kunt geen jaren teren op dezelfde nummers.’
We hebben de indruk dat de band zijn eigen sound heeft gevonden op het ‘Heat Wave’-album en die nu op de nieuwe plaat verder verfijnt.
‘Helemaal mee eens. Onze nieuwe langspeler is in alle opzichten een positieve ontwikkeling, zowel vanuit compositorisch als productioneel oogpunt. Voor ons ging het er om de volgende stap te zetten na de release van ‘Heat Wave’ in 2020. Daarom zijn er belangrijke aanpassingen gedaan om met ‘Black and Gold’ naar een nog hoger niveau te klimmen, evenwel zonder de essentie van ‘Heat Wave’ uit het oog te verliezen. We willen nummers opnemen die elke rockfan aanspreken, en uiteindelijk zelfs mijn moeder, maar het mag nu ook niet te eenvoudig klinken. De iets gelaagder songs zijn niet meteen de singles die iedereen kent, maar ze maken deel uit van ons repertoire en ik blijft ze even graag maken en spelen. Met de plaat willen we onze status bevestigen in de landen waar we al enige bekendheid hebben, maar het is ook ons doel om met ‘Black and Gold’ zoveel mogelijk nieuwe steden en landen te leren kennen.’
In die optiek is de tournee in de VS met Scorpions en Whitesnake een manier om overzee de deur open te wrikken?
‘Dat hopen we toch. Ik kan het nog steeds amper geloven dat we gevraagd werden om mee te gaan. Financieel scheuren we daar wellicht onze broek aan, maar je moet het binnen een groter geheel zien. Het strookt ook perfect met mijn ambities. Toen ik met Thundermother startte, wilde ik de grootste band ter wereld worden (lacht). Niemand onderschreef mijn visie en ik vond geen enkele band waar ik in paste en waar de leden alles wilden doen om ‘het’ te maken. Daarom ben ik mijn eigen band gestart en heb ik muzikantes gezocht die mijn visie deelden. Dat is de eerste keer faliekant afgelopen toen vier leden mij in één klap koudweg in de steek lieten omdat ik zogezegd te veeleisend was. Nu, daar is al genoeg inkt over gevloeid, ik wil het daar niet meer over hebben, maar uiteindelijk was dat hét keerpunt. Ik vond al bij al toch vrij snel drie meisjes die mijn visie, mijn passie, mijn drive ten volle onderschreven. Akkoord, twee bassistes zijn ondertussen alweer vertrokken, maar dat was om privé redenen. De drive en de rock-‘n-roll attitude waren zeker aanwezig, maar als ze er uiteindelijk familiaal en financieel mee in de problemen komen, wie ben ik om hen daarop aan te spreken? Ik ben ondanks de soms moeilijke dagen ook nooit gestopt, heb daar zelfs nooit aan gedacht. En vandaag mag ik zeggen dat ik – eindelijk – de band heb die ik vanaf dag één wilde hebben. Het is een bewijs dat je je dromen nooit mag laten varen, wat er ook gebeurt.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 209.