... / Story's / Markant / WIEGEDOOD: Losse eindjes aan mekaar geknoopt
Markant

Updated 12/01/2022

Markant

WIEGEDOOD: Losse eindjes aan mekaar geknoopt

Met ‘There’s Always Blood At The End Of The Road’ heeft blackmetaltrio Wiegedood zijn vierde langspeler op de planken liggen, de opvolger van de ‘De Doden Hebben Het Goed’-trilogie. In een open gesprek voert vocalist/gitarist Levy Seynaeve ons mee doorheen de wereld rond Wiegedood.

De visualiser video van de single ‘Now will Always Be’, toont die spek met eieren of is het iets van een autopsie?

‘Nee nee, het is eigenlijk allemaal synthetisch materiaal, een close-up van de sculptuur die op de cover staat. Het is ons logo, gemaakt door de vriendin van Gilles, een beeldende kunstenares. Het bestaat uit was, vlas, glas, doeken en is toch een meter of vijf groot. Het ligt op een bed van zwarte steenkool. Mijn grootouders zijn in de laatste drie jaar allebei gestorven. Die woonden in een super-oud huis, zonder stromend water zelfs. Ze stookten nog met steenkool. Toen we het huis gingen leeghalen om het te kunnen verkopen, heb ik de steenkool meegenomen. En zo hadden we meteen een achtergrond om onze sculptuur op te leggen. Het is een voorbeeld van persoonlijke dingen die we er telkens proberen in te steken. De sculptuur lijkt op dierlijke botten, maar het is het omgekeerde. We wilden afstappen van de typische black metalsfeer waar we op de trilogie wel in meegegaan zijn. Ook muzikaal gaat de plaat tegen de stroom van het traditionele in. De cover breekt met wat we tot nu toe gedaan hebben. De uiterst traag bewegende visualiser is een extreme close-up van de sculptuur, waardoor het er inderdaad een beetje uitziet als spek met eieren. De volgende clip, voor opener ‘FN SCAR 16’, gaat helemaal het omgekeerde zijn. Ik denk dat we er een epilepsiewaarschuwing gaan moeten opzetten (lacht).’

Wiegedood (1)

FN verwijst naar de Belgische wapenfabriek?

‘Ja, da’s een automatisch machinegeweer. We hebben daar ooit op tour in Florida mee geschoten op een shooting range. En aangezien dat nummer een beetje klinkt als een machinegeweer, hebben we besloten dat zo te noemen. De nieuwe plaat gaat anderhalf jaar nadat we ze hebben opgenomen pas uitkomen, omdat we de release zijn blijven uitstellen. We leefden toen nog in de hoop dat er verbetering ging komen. We kozen januari 2022, ‘want als het tegen dan nog niet goed is …’ We hopen dat de tour gekoppeld aan de release nog kan doorgaan, want dat is waar het voor ons in essentie om gaat. Het is ook onze bron van inkomsten. Wij zijn geen groep die honderdduizenden platen verkoopt en op de radio gespeeld wordt en van royalty’s kan rondkomen. Wij leven van merch verpatsen tijdens optredens. Het is ook dé manier om onze band te promoten. We zijn allemaal sukkels als het op sociale media aankomt. Het is echt niet plezant dat dit de manier geworden is om uw band vooruit te krijgen. Hard werken en eerlijke shit brengen, da’s ons ding.

“Ieder verhaal heeft een negatief einde. En anders is het verhaal nog niet af.”

Is de titel van het nieuwe album eerder als een belofte of fatalistisch te interpreteren?

‘Eerder fatalistisch. Alles stopt ook op een bepaald moment. Maar het is moeilijk te plaatsen lyrisch. Het was niet eenvoudig om een titel op de plaat te plakken omdat alles van het ene uiterste in het andere schiet. Er is geen rode draad, wat met de trilogie wel het geval was. Die had met verlies te maken. Het was een eerbetoon aan Florent die gestorven was … Het had allemaal zijn silver lining. Dat is bij deze plaat niet het geval. Zo is er een tekst die over Django Reinhardt gaat. Een andere is genoemd naar wapens, maar heeft er inhoudelijk niets mee te maken. Voor mij gaat het, met die lockdown die gekomen is, enz. over dat alles stopt. Wat je nooit voor mogelijk had gehouden, kan er plots zijn. Er is niets dat eindigt in rozengeur en maneschijn of met: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’. Nee, het is ‘En toen gingen ze dood.’ Er wordt iemand ziek of er steekt iemand een mes in een ander zijn rug … Ieder verhaal heeft een negatief einde. En anders is het verhaal nog niet af. Met de trilogie zijn we vier à vijf jaar bezig geweest. Met de eerste plaat hadden we een blauwdruk voor de volgende hoofdstukken, met een vaste opbouw: cover art van landschappen, met dat ding ingeplant, van de dorpen waar we opgegroeid zijn. Elk hoofdstuk ging vier nummers tellen, waarvan het derde de titelsong. Dat nummer ging er één zijn zonder blastbeats, meer gericht op het atmosferische. Dat was comfortabel, want we hadden op voorhand al bepaald wat we gingen maken. Met de nieuwe plaat lag de weg plots open en konden we doen wat we wilden. We hebben geen compromissen gesloten en enkel de vraag gesteld: ‘Vinden wij dat chique? Ja? Awel, dan gaan we dat doen …’

Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 204.