Updated 11/11/2024
DEVIN TOWNSEND: Een ware Powernerd
Weinig artiesten zijn momenteel productiever dan virtuoos Devin Townsend. Alleen al in de afgelopen vier jaar bracht hij evenzoveel albums uit. En Townsend weet het kwaliteitsniveau steevast bizar hoog te houden, ongeacht in wat voor genre hij werkt uitbrengt. De ene keer verbaast hij met ambient, dan weer met progressieve rock of enorm technische metal. Het nieuwe, emotioneel aangrijpende album ‘Powernerd’ werd een plaat over verdriet en verlies en dat ontstond eigenlijk op een heel vreemde en onverwachte manier’, zo verklaart de sympathieke Canadees.
De plaat opent met de titeltrack, ‘Powernerd’, waarvoor een bepaald niet serieuze clip werd opgenomen. En ook afsluiter ‘Ruby Quaker’ – een ode aan koffie – is allesbehalve ernstig te noemen. Maar daar tussenin vind je enkele van de meest aangrijpende tracks die Townsend ooit pende. Hij licht toe hoe dat ontstond. ‘De reden dat ‘Ruby Quaker’ op het album staat is niet omdat ik het album op grappige wijze wilde eindigen, maar omdat er een bepaalde structuur in de plaat zit. Het album volgt namelijk de verschillende fases van rouw. De eerste track, ‘Powernerd’, staat bijvoorbeeld voor ontkenning: “Ik geef niet op. Ik geef niet toe.” De reden waarom de clip zo ridicuul is, is omdat ik me de afgelopen zes maanden zo heb gevoeld. Ik heb een hoop shit op moeten lossen. Puzzelstukjes in elkaar moeten passen. Ik heb getracht te helpen. Ik dacht dat ik een superheld was, maar ik maakte dingen vaak eigenlijk alleen maar erger. Want ik ben nu eenmaal maar een muzikant. Er staan nummers op de plaat die gaan over mijn vrouw en ik en dat we ouder worden, over mijn zoon die het huis uit gaat, over een overleden iemand (‘Glacier’) en over hoe je dat accepteert (‘Goodbye’). En afsluiter ‘Ruby Quaker’ staat voor wat er de volgende dag gebeurt. Als het leven weer gewoon zijn loop neemt. Want het leven gaat uiteindelijk gewoon verder, ook al heb je misschien op bepaalde momenten het gevoel dat dat niet zo is. Het werd belangrijk voor me dat de plaat die fases van rouw zou vertegenwoordigen.’
Townsend gaat niet dieper in op wat voor verdriet en verlies hem trof; het was iets in zijn familie. Maar ongetwijfeld houdt ook het overlijden van Dave Cohen – die in de moshpit bij een optreden van Counterparts bewusteloos raakte en het leven liet – hiermee verband. Cohen was op dat moment op tour als gitaartechnicus van Animals As Leaders, samen met Townsend, die ook deelnam aan de tour. Één ding is in ieder geval duidelijk: hij kon er niet mee omgaan. ‘Als 52-jarige man voelde het alsof ik mezelf wel begreep. Maar toen we te maken kregen met een onverwacht scenario in mijn familie, begreep ik dat ik intens verdriet, verlies en depressie eigenlijk helemaal niet snapte. Ik had er geen controle over. Het was groter dan waar ik de kracht voor had. Dat ik op dat moment een plaat moest maken, maakte de worsteling alleen maar erger. ‘Powernerd’ was wat dat betreft een uitputtende plaat om te maken, die goed uitpakte omdat ik samen met de mensen om me heen de kracht vond om me er doorheen te slaan. Dat is het hele punt van deze plaat en daarom heet ie ook zo. Je bent misschien hypersensitief of wat dan ook, maar you did it! Ik hoop dat het publiek uit dit album haalt dat ik niet anders ben dan ieder ander. En als ik het kan, kunnen we het allemaal.’
Je weet nooit wat je kunt verwachten van een Devin Townsend-plaat. Hij lacht. ‘Het is net als het begin van Forrest Gump. “Life is like a box of chocolates.” Ik weet ook niet wat ik moet verwachten. Daarom verontschuldig ik me ook vaak voor platen die ik maak. Als ik een plaat ga schrijven is die nooit hetzelfde als het album daarvoor. Want daar had ik juist zo veel tijd en moeite in gestoken, dat ik er wel klaar mee ben. Dus bij mij is het vaak zo dat als de laatste plaat heavy was, de volgende bijvoorbeeld soft wordt. En als de vorige plaat gecompliceerd was, dan wordt de volgende wat simpeler. Als de laatste heavy metal was, dan is de volgende misschien wel new age. Elke plaat is een reactie op het album ervoor. Als ik iets uitbreng, dan denk ik dus altijd dat mensen het gaan haten, omdat het niet klinkt zoals mijn laatste album. Maar als er iets is wat dit proces me leert, dan is het wel dat je je niet druk kunt maken over wat anderen denken. Want het criterium voor dit is niet dat ik hoop succesvol te worden. Ik heb twee criteria. Allereerst wil ik dat ik accuraat ben over wat ik voel. Daarnaast moeten mensen het leuk genoeg vinden. Want dan kan ik nog een plaat maken.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 226.