Updated 03/03/2023
STEEL PANTHER: ‘Als je niet begrijpt wat wij doen, rot dan op’
Met songtitels als ‘Never Too Late (To Get Some Pussy Tonight)’, ‘Put My Money Where Your Mouth’, ‘Is My Dick Enough’, ‘Magical Vagina’ en ‘Pornstar’, allemaal terug te vinden op het pas verschenen nieuwe album ‘On The Prowl’, scoren de heren van Steel Panther opnieuw een hoge quotering op de zwarte lijst van de MeToo-beweging en andere adepten van de woke-cultuur. Het zal onze gesprekspartner Satchel worst wezen. Wat telt, zijn de vele (hoofdzakelijk vrouwelijke) fans en die weten heus wel dat ze de ogenschijnlijk vrouwonvriendelijke lompheid met een forse knipoog moeten nemen.
‘On The Prowl’ is gemaakt in barre COVID-tijden, nemen we aan?
‘Ja, klopt, en dat was absoluut anders. Net als iedereen zaten we lange tijd opgesloten in onze huizen en that sucked a bag of dicks. Het was geen leuke tijd, vooral voor ons als muzikanten. De enige manier waarop wij vandaag geld kunnen verdienen is door te touren en veel concerten te geven. Veel mensen begrijpen niet dat we dat echt nodig hebben om voor onze platen te betalen. Net als bij veel andere bands leveren onze albums amper of geen geld op omdat vandaag niemand nog platen koopt. Dus genereren we eerst geld via de optredens om het vervolgens uit te geven aan het maken van het volgende album. Voor ons was deze plaat een uitdaging omdat we amper geld hadden om een studio in te gaan. Het schrijfproces vooraf was ongeveer hetzelfde als anders. Ik schrijf sowieso de meeste muziek thuis als ik even een pauze neem tussen de seks met de hoeren door. Ik heb een thuisstudio, waar ik normaal gezien samen met Stix (Zadinia, drums, keyboards en piano - WVH) aan de songs werk. Als eerste nemen we de drumpartijen op, dan de gitaren en uiteindelijk de zang, maar nu kon dat niet. Alles moest voortdurend online heen en weer gestuurd worden. Het was enigszins vergelijkbaar maar toch net even anders. Natuurlijk suckt het dat je de deur niet uit kan en overgeleverd bent aan de grillen van de overheid, maar ik denk dat we er desondanks in geslaagd zijn een uitstekende plaat te maken. Wat mij eigenlijk nog het meest stoorde, is dat we afgesneden waren van de fans … in meerdere opzichten, als je begrijpt wat ik bedoel (opnieuw die grijns). Altijd dezelfde hoeren neuken … een mens wil ook wel een keer iets anders, he?’
Een nummer dat voor de verandering eens niet over seks gaat, is ‘1987’. Daarin blikken jullie muzikaal en tekstueel terug op - we citeren - ‘een van de beste en productiefste jaren in de (hard)rock.’ Dat is ondertussen ruim 35 jaar geleden en jij was toen zelfs nog een tiener. Waar hield jij je in die tijd mee bezig?
‘Wat denk je? Met de hoeren natuurlijk, ik was daar al op zeer jonge leeftijd bijzonder bedreven in. Maar goed, 1987 was een magisch jaar én een cruciaal jaar voor heavy metal. Veel mensen die 1987 niet hebben meegemaakt, begrijpen niet wat een fantastisch jaar dat was. Guns ’N Roses had net ‘Appetite for Destruction’ uitgebracht en Whitesnake imponeerde met het fantastische album ‘1987’. Mötley Crüe tourde in die tijd constant met ‘Theatre Of Pain’ en Poison trok de baan op met ‘Look What The Cat Dragged’ waarmee ze een jaartje eerder furore hadden gemaakt in de charts. De hardrock sloeg in die tijd verbazingwekkend verschillende nieuwe richtingen in en het was allemaal geweldig. De gitaartoon op de Whitesnake-plaat klonk heel anders dan die van Slash op ‘Appetite for Destruction’. Ze waren elkaars tegenpolen, maar ze klonken beide moordend goed en voor jonge kerels zoals ik was dat erg inspirerend. Luisteren naar John Sykes, naar Slash, … naar Paul Gilbert en Racer X, en Yngwie niet te vergeten … Er was op dat moment zoveel geweldig gitaarwerk … en ook veel geweldige zangers. En zelfs veel zangers die niet echt als fantastische zangers werden beschouwd, zoals Brett Michaels, maar die op hun eigen manier toch erg inspirerend waren omdat ze liedjes schreven waar mensen zich mee verbonden voelden. Anderzijds is ‘1987’ als song ook een vorm van sociale commentaar. Het is een soort spiegel die vraagt: ‘Waar staan we nu in vergelijking met 35 jaar geleden?’ Was het toen beter? In sommige opzichten wel, jazeker …’
Doel je daarmee op sociale media?
‘Inderdaad, omdat het grappig is dat mensen proberen valse beelden op te hangen zichzelf. Iedereen denkt dat ze er niet mooi genoeg uitzien of niet cool genoeg zijn, of dat ze geen auto hebben die mooi genoeg is. We weten allemaal dat mensen valse beelden van zichzelf op sociale media gaan plaatsen om er cool uit te zien. Maar ik vind dat grappig omdat we allemaal weten dat het niet klopt en die vaudeville toch maar blijft doorgaan. Niemand laat zich erdoor misleiden, toch? Iedereen zit op Instagram, maar het is in de grond een triest verhaal omdat er mensen zijn die de hele dag op sociale media hun tijd zitten te verspillen. En kwaad worden als er kritiek komt … Als je op sociale media zit, moet je weten dat de meeste shit die je daar ziet en leest nep is en dat de shit die jij erop zet ook nep is. Als iedereen dat beseft en het spel kent, zijn we cool. Maar veel mensen zijn er de hele dag mee bezig en vergeten dat ze voor de gek worden gehouden.’
Een opvallende song op het album is ‘Ain’t Dead Yet’. Een reflectie op je leven, Satchel, nu al?
‘Het is een grappige, maar ook ironische song die een positieve houding ten opzichte van het einde van je leven aan de kaak stelt. Ik weet dat ik nu minder tijd heb dan toen ik 20 was en ik weet dat ik relatief snel dood zal zijn in vergelijking met sommige andere mensen. Maar ik ben nog niet dood en ik ga proberen nog zoveel mogelijk bitches te neuken en zoveel plezier te maken als ik kan … tot het einde.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 213.