Updated 26/10/2023
BLACK STONE CHERRY: Steeds enthousiast
Een stel jonge broekjes zette aan het begin van het nieuwe millennium babystapjes in muziekland met hun eigen creaties die ze ergens onder een veranda in het zuiden van de VS vorm gaven. We zijn ondertussen 22 jaar later en Black Stone Cherry is uitgegroeid tot een begrip. Een band met een eigen sound. Iets waar velen naar trachten, maar weinigen in slagen. Eind september verscheen ‘Screaming At The Sky’, hun achtste album. Drummer John Fred Young straalt van trots.
‘Heel fijn van jullie om even tijd te maken om over de nieuwe plaat te praten’, steekt een enthousiaste drummer met een heerlijk zuidelijk accent van wal. ‘België is een van die landen die we sinds dag één hebben bezocht. We zijn beginnen touren in 2007 en stonden bij jullie in een kleine club (de VK, SM). Vanaf toen is het alleen maar bergop gegaan. Graspop bijvoorbeeld. Dat is een topfestival om langs te komen en we voelen ook dat het publiek ons daar graag heeft. Onze fanbasis blijft groeien. Je kan je niet voorstellen wat dat met een mens doet. Al meer dan twintig jaar vul ik mijn dagen met wat ik het liefste doe, dat is onbetaalbaar.’ John blijkt een van die mensen te zijn die je weinig vragen moet stellen. De man begint te vertellen en is niet meer te stoppen, terwijl hij toch net dat zegt wat je eigenlijk als journalist wel wil weten. ‘We zijn aanbeland bij album nummer acht. Terwijl ik het zeg, voel ik hoe zot het klinkt. Acht langspelers man, dat is niet niets. Het voelt ook niet als iets dat al jaren en jaren aansleept. Alles komt bijna vanzelf terwijl we ons amuseren. Elke release heeft zijn eigen verhaal.’
Het Black Stone Cherry-verhaal is er eentje van succes. De tomeloze inzet van de bandleden zit daar uiteraard voor iets tussen. Tijden veranderen echter en dat is ook John niet ontgaan. ‘Toen we in 2006 ons eerste album uitbrachten was dat een werk van twee, drie jaar. We hadden de tijd genomen om te komen tot iets waar we achter konden staan. Niets werd aan het toeval overgelaten. Eens die release er was, ging de bal aan het rollen en kwamen we in de album-tour-albumcyclus terecht. Hierdoor krijg je minder tijd om met nieuwe dingen op de proppen te komen. Langs de andere kant vergaar je tonnen ervaring en lukt het dus wel. Vandaag heb ik de indruk dat het allemaal nog sneller moet. Je kan geen drie, vier jaar meer tussen twee albums laten zonder een teken van leven te geven. Dus moet je het over een andere boeg gooien. Als je kijkt naar ‘Screaming At The Sky’, daarvan hebben we de eerste single al begin dit jaar vrijgeven. Gewoon om de tournee in het VK, toen met Danko Jones, aan te zwengelen. Dat zijn dingen die vroeger niet gebeurden. Je maakt je fans op een andere manier warm voor een nieuwe elpee tegenwoordig.’
We hoorden onlangs de Black Stone Cherry-versie van Tina Turners ‘What’s Love Gotta Do With It’. Ze hebben dat nummer zo naar hun hand gezet dat je als rockfan onmiddellijk mee bent en toch het origineel meer dan herkent. De drummer neemt de complimenten graag in ontvangst. ‘Het is een beetje een gek verhaal. Tina Turner haar muziek is van de categorie ‘alles overstijgend’. Dat wil zeggen dat iedereen wel iets kent van haar, ongeacht wat je muzikale voorkeur is. Je hoort ook dat zoiets met een ongelooflijke vakkennis en liefde voor muziek tot stand is gekomen. Onze cover was eerder toeval. We waren in Londen en zaten vast in de hotellobby omdat onze kamers nog niet klaar waren. Plots hoorden we daar die song en ik zei tegen Chris dat zijn stem dat zeker zou aankunnen. Van het een kwam het ander en we namen het op. Aanvankelijk als B-kant voor een van de nieuwe songs, maar na haar overlijden dachten we dat het leuk zou zijn om het te releasen als iets voor het goede doel. We hebben er in elk geval heel veel positieve feedback over gekregen. Het kan geen kwaad om zo nu en dan van het pad af te wijken. Natuurlijk zijn onze belangrijkste invloeden Lynyrd Skynyrd, Aerosmith en Led Zeppelin. Er is echter meer. Onze ouders en hun vrienden luisteren naar Motown, blues en ga zo maar door. Dat heeft ons ook gevormd, dus waarom mogen we dat af en toe eens niet laten horen?’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 218.