KILLER: Terug van nooit weggeweest
We zijn in het gezegende jaar 1980 wanneer Paul – Shorty – Van Camp (gitaar en zang), Fat Leo op drums en Spooky op bas de groep Killer oprichten. Het is het jaar waarin Iron Maiden en Angel Witch hun debuut uitbrengen, Saxon er een lap op geeft met ‘Wheels Of Steel’, Judas Priest de heavy metal uitvindt middels hun ‘British Steel’, Motörhead de klassieker ‘Ace Of Spades’ op ons loslaat en Black Sabbath met ‘Heaven & Hell’ scoort. Om maar te duiden hoe belangrijk dat jaar wel was. Als power trio en met deels hetzelfde geluid werd men snel vergeleken met Mötorhead en daar was men niet echt kwaad om. Sindsdien volgen vele personeelswissels en lange, ijzige stiltes. ‘Monsters Of Rock’ dateert ondertussen al van 2015 en net op het moment dat nauwelijks nog iemand iets nieuws verwacht, is daar ‘Hellfire’. De cd klinkt als vanouds en daar we hier bij Rock Tribune onze vaderlandse trots niet vergeten waren, maken we graag een afspraak bij Shorty himself voor enige duiding.
Met de kersverse plaat als achtergrondmuziek schieten we in actie met de voor de hand liggende vraag: hoe komt het dat er soms zoveel hiaten zitten bij het uitbrengen van nieuw materiaal? Met een diepe zucht steekt Paul van wal. ‘Ik weet uiteraard ook wel dat de consistentie met Killer beter kon of kan, maar vooreerst zijn wij een semi- professionele band. Zoals je zelf wel kunt inschatten, is geld verdienen in België met muziek en al zeker met rockmuziek enkel weggelegd voor enkelingen. Niet voor ons dus. Ikzelf, maar ook de andere muzikanten, hadden een fulltime job te combineren. Niet eenvoudig als je al de vrije tijd moet spenderen aan muziek componeren en repeteren. Voor een tournee in het buitenland of een verre verplaatsing moest er telkens verlof genomen worden, dus organisatorisch liep dat ook niet altijd van een leien dakje. Ook de personeelswisselingen vloeiden daaruit voort. Sommigen moesten kiezen en dan krijgt werkzekerheid nogal snel de voorkeur. Er waren ook langere periodes waar het soort heavy metal dat wij spelen veel minder in trek was. Denk maar aan de grunge. Niemand moest je nog hebben, want het klonk oubollig.’
Op de vraag waarom er bij de nieuwe cd een ‘best of’ zit, heeft de gitarist ook een logisch antwoord klaar. ‘Ons contract met het Britse label Cherry Red was eerst voorzien om de volledige back-catalogus uit te brengen. Zo kwamen er in 2019 twee boxen uit met onze zeven voorgaande platen plus mijn solo-cd ‘Too Wild Too Tame’. Dan was het de bedoeling dat we een ‘best of’ zouden samenstellen, maar ingespeeld met de huidige bezetting. Door omstandigheden hebben wij daar wat tijd mee verloren en toen kwam corona. We kregen plots veel tijd om nummers te schrijven en dat werd dan gepresenteerd aan de platenmaatschappij. Die vonden dat prima, maar zaten nog steeds met die verzamelplaat in hun hoofd en wilden dat combineren. Zo komt het dus, dat er een bonus-cd bij zit. Het zijn onze populairste songs die we ook meestal live brengen. Dit kan interessant zijn voor de jonge fans die meteen kennis kunnen maken met ons oudere werk.’
Ook het hoesontwerp heeft zijn verhaal. ‘Het concept van de tekening is grotendeels mijn idee’, gaat Shorty verder. ‘Ik was het een beetje beu om opnieuw met draken of doodshoofden af te komen en met ‘Hellfire’ als titel zat ik met vulkanen en vuur in gedachten.’ Mijn gezicht moet boekdelen gesproken hebben, want nog voor mijn reactie vult mijn gesprekspartner al glimlachend aan: ‘Ik weet dat dit ook nogal cliché klinkt, maar ik vond het toch beter dan die jaren tachtig stereotype dooddoeners. Ik stuurde dus een aantal foto’s van vuurspuwende vulkanen door naar het platenlabel en gaf ze enkele aanwijzingen waar ik naartoe wou. Tegenwoordig gaat alles gemakkelijk met de computer en na enkele muisklikken kreeg ik al snel een paar ontwerpen om uit te kiezen.’
We kunnen niet om het feit heen dat Paul Van Camp de lakens uitdeelt bij Killer. Zo schrijft hij alles zelf, doet het management en de boekingen en bepaalt de muzikale richting. Of hij dan geen tegenstand duldt? ‘Ik ben geen tiran. Als er iemand met een goed of beter idee afkomt, dan sta ik daar zeker voor open. Alle suggesties zijn welkom, maar het is ook logisch dat een drummer of een bassist minder zijn in nummers schrijven. Ik spreek goed Engels en daardoor ben ik ook de leverancier van de teksten. Ten slotte ben ik ook de oprichter van de band en is alles zo gegroeid.’
Een meer uitgebreide versie van dit artikel lees je in RT 213.